Afkeer van vreemdelingen of immigranten zou (ook) te maken hebben het afweersysteem. Zo zie je maar weer: we denken dat we denkende en redenerende schepsels zijn, maar we worden geregeerd door onderliggende biologische processen, zo denken onderzoekers aannemelijk te hebben gemaakt op basis van een meta-analyse. “Mensen die bang zijn voor besmetting, staan erg afwijzend tegenover sociaal contact met immigranten”, zegt politicologe Lene Aarøe van de universiteit van Aarhus (Den). “We vonden niet een klein, bijzonder verband, maar iets dat de integratie van immigranten kan tegenhouden.”
Het afweersysteem ontwikkelde zich gaandeweg de evolutie tot een vernuftig stelsel dat ons ‘kiemvrij’ moet zien te houden. Dat lukt meestal wel, maar soms niet. Dat is niet zo verwonderlijk als je bedenkt hoezeer het organisme mens bloot staat aan de gevaren van zijn omgeving: virussen, bacteriën, stekende insecten, beten, kwalijke stoffen enz. We helpen dat systeem een handje door ons zo min mogelijk bloot te stellen aan het gevaar. Dat zou in het systeem mens zijn ingebakken.
De invloed van het afweersysteem op ons gedrag is dus onbewust en dus ook onbeheersbaar. De gevoeligheid voor die invloed is persoonsgebonden. Mensen die het gevoeligst zouden zijn voor de invloed van het afweersysteem op het gedrag zouden volgens de onderzoekers ook overreageren en alles dat anders is interpreteren als mogelijke besmettingsbron, stellen de onderzoekers. “Mensen met moedervlekken of afwijkingen, gehandicapten en zoiets onschuldigs als een andere huidskleur worden door die overgevoeligen beschouwd als ziektedragers”, zegt medeonderzoeker Michael Bang Petersen.
Aan de veilige kant
De onderzoekers benadrukken dat deze overgevoelige mensen immigranten niet bewust mijden omdat ze bang zijn voor besmetting. Het is de uitkomst van een onbewust proces, waarbij het afweersysteem verschillen misinterpreteert als een gevarensein. Daardoor zouden die mensen vreemdelingen/immigranten mijden. “Het is voor het afweersysteem een manier om aan de veilige kant te blijven”, zegt Petersen.
Ik vind alles best, maar dat klinkt me toch uiterst ongeloofwaardig in de oren. Wie of wat zijn de waarnemers voor dat afweersysteem? Gaan er directe signalen van de ogen naar T-cellen of hoe moet ik me dat voorstellen? Het kan natuurlijk best dat er een soort routine ontstaat voor situaties en stoffen die we bij voorkeur mijden, maar die is volgens mij niet ingebakken. Baby’s vinden het heerlijk om meet poep te spelen. Dat moet ze worden afgeleerd: Dat is bah. Jonge kinderen vinden het helemaal niet smerig om in straatvuil te wroeten.
In de samenvatting van het wetenschappelijke artikel staat dat het om een meta-analyse gaat van onderzoek gedaan in Amerika en Denemarken. Dat betekent dat ze een aantal onderzoeker bij elkaar hebben genomen en wat statistiek hebben toegepast Ik neem aan dat de proefpersonen moesten vertellen hoe bang ze voor besmetting zijn en wat ze van buitenlanders vinden. Kennelijk, lees ik in het persbericht, zijn ook zweettests afgenomen bij de proefpersonen, bij het tonen van plaatjes waarop ‘besmettingsgevaar’ werd verbeeld.
De onderzoekers geven aan dat ze een verklaring hebben voor de moeizame integratie van buitenlanders, maar als deze verklaring klopt, dan kun je daar maar beter mee stoppen of althans je er bij neerleggen dat er altijd een groep tegen vreemdelingen zal blijven. De overgevoeligen kunnen niet anders, want ‘gedicteerd’ door hun afweersysteem. Ze (de overgevoeligen) blijken, zeggen de onderzoekers (alledrie politicologen) nog, ook onverschillig voor argumenten dat buitenlanders ook een bijdrage zouden kunnen leveren aan ‘zijn/haar’ samenleving. Tja.
Bron: EurekAlert