De Nobelprijs voor de natuurkunde gaat dit jaar naar drie natuurkundigen die zich hebben beziggehouden met lasers. De Amerikaan Arthur Ashkin krijgt de helft van het prijzengeld (€ 870 000). De Canadese Donna Strickland en de Fransman Gérard Mourou delen de resterende helft.
Ashkin kreeg de prijs voor de ontwikkeling van optische ‘pincetten’. Daarmee kunnen deeltjes ‘gepakt’ worden, van atomen en moleculen als DNA via virussen tot levende cellen. Hij ontdekte dat met behulp van ‘lichtdruk’ (de druk die licht uitoefent op zijn omgeving) het mogelijk is kleine voorwerpen ‘vast te pakken’. Die techniek wordt ondertussen breed toegepast in de bestudering van (levende) biologische systemen.
Mourou en Strickland delen de helft van de prijs voor hun methode om met lasers ultrakorte, intense optische pulsen te genereren. Met ultrascherpe laserbundels is het mogelijk heel precies gaten te boren in allerlei materialen. Met die lasertechniek worden ook oogcorrecties uitgevoerd, een methode die al bij miljoenen mensen is toegepast om hun zicht te verbeteren.
Vrouw
Strickland, die is verbonden aan de universiteit in het Canadese Waterloo, is de eerste vrouw in 55 jaar die de Nobelprijs voor natuurkunde wint en pas de derde sedert die prijs in 1901 voor het eerst werd uitgereikt. “We moeten de vrouwelijke natuurkundigen eren. Die zijn er namelijk en hopelijk zal die eer meer vrouwen in de toekomst gegund worden zoals mij nu”, zei ze in een telefoongesprek met de Zweedse akademie van wetenschappen (die de prijs vergeeft).
Bron: Alpha Galileo