Zymomonas mobilis-bacteriën laten zich ‘bemesten’ door gewone stikstof

Algen doen het, planten doen het, maar bacteriën ook: iets produceren wat wij brandstof noemen (in dit geval biobrandstof. Onderzoekers van de universiteit van Indiana (VS) kwamen er achter dat de bacterie Zymomonas mobilis meer ethanol produceert als die ‘bemest’ wordt met stikstof. De onderzoekers denken zo een snellere, schonere en vooral goedkopere manier gevonden te hebben om ethanol te produceren. De grondstoffen om uit cellulose ethanol (de tweedegeneratiebiobrandstoffen) te maken bevatten weinig stikstof die de bij dit proces gebruikte micro-organismen nodig hebben om te groeien. Daarom worden bij dat proces dure stikstofmeststoffen gebruikt als diammoniumfosfaat of een maïsconcentraat. Dat is helemaal niet nodig, vonden de onderzoekers rond James McKinlay. De alcoholproducerende bacterie doet het gewoon met stikstof, dat overal op de aarde ruim voorhanden is (80% van de lucht die we inademen). Bakkersgist, ook sinds jaar en dag gebruikt bij de alcoholproductie, kan daar niks mee. McKinlay: “Toen we dat ontdekten, dachten we dat de bacterie minder ethanol zou produceren, maar tot onze verbazing bleef de productie onveranderd als we stikstof gebruikten in plaats van meststoffen. Onder bepaalde omstandigheden gaat het zelfs beter met stikstof.”
Het schijnt dat die tweedegeneratiebiobrandstoffen sedert kort toch enige vooruitgang hebben geboekt, maar de eerste producenten hikken tegen de hoge kosten aan. De grootste kostenposten voor de tweedegeneratiebiobrandstoffen waren het plantmateriaal en de omzetting. Die hebben in het onderzoek de afgelopen jaren dan ook de meeste aandacht gekregen. “We zagen die bemesting als een kleinere, maar even zo goed belangrijke kostenpost, waar iets mee gedaan kon worden”, zegt de onderzoeker. “We moeten nog wel uitzoeken hoe het een en ander geïntegreerd kan worden en geoptimaliseerd op industriële schaal, maar wat we tot nu toe gevonden hebben is heel bemoedigend.”

Bron: Science Daily