‘Ochtendlicht’ van René Jansen

De morgenstond heeft goud in de mond. Goud in die zin dat mensen die zich regelmatig aan het vroege daglicht blootstellen minder gauw last van overgewicht zullen hebben als langslapers. Dat schijnen onderzoekers van de Amerikaanse Northwestern-universiteit te hebben uitgevlooid. Het bleek ook nog hoe eerder hoe lager het relatieve gewicht (uitgedrukt in de lichaamsgewichtindex, BMI). Dat verband zou keihard zijn en onafhankelijk van fysieke activiteit, consumptie van calorieën, slaapduur, leeftijd of seizoen, maar wel van de duur en intensiteit van het genoten ochtendlicht.
“Hoe vroeger iemand zich blootstelde aan het ochtendlicht hoe lager de BMI” zegt onderzoekster Kathryn Reid, die, gezien haar foto, zelf wel wat morgenstond kan gebruiken. “Hoe later, hoe hoger de BMI.”
De vroegere blootstelling aan ochtendlicht zou 20% van iemands BMI verklaren. “Licht is een belangrijke variabele voor het synchroniseren van de biologische klok, die weer de energiebalans regelt”, zegt mede-onderzoekster  Phyllis Zee. “De boodschap is dat je meer helder licht tussen acht uur en de middag moet zien te krijgen.” 20 tot 30 minuten per dag schijnt al genoeg te zijn. Hoe het precies in elkaar steekt, zal nog moeten worden uitgezocht.