Het Ebola-virus is een gevreesde ziekteverwekker, maar desondanks was die ziekte vrij zeldzaam. Voor onderzoekers is dan het probleem hun (mogelijke) remedies op menselijke patiënten te beproeven. Dat kon nu wel: een geluk bij een ongeluk. Het aantal onderzoeksgroepen dat zich met de speurtocht naar hét ebolamedicijn gingen bezighouden ontplofte zo midden 2014. De oogst van dat ebola-onderzoek is echter mager.
Het vaccin van Merck kwam nog het dichtst in de buurt. Op 31 juli meldden onderzoekers in the Lancet dat het Merck-vaccin bij een klinische proef in Guinee opmerkelijke resultaten had geboekt. De resultaten van al het verdere onderzoek moeten nog gepubliceerd worden. Afgaande op gesprekken met leiders van andere onderzoeken lijken te wijzen in de richting van vraagtekens of zelfs complete mislukkingen. Afgeronde onderzoeken hebben problemen het resultaat gepubliceerd te krijgen in de topbladen.
Het waarom is divers en ingewikkeld. Zelfs onder de beste omstandigheden geven klinische proeven niet altijd duidelijke, bevredigende resultaten. Bij ebola was het probleem vaak dat de onderzoeken te laat zijn gestart en het aantal patiënten al terugliep. Soms was de opzet zo dat er geen duidelijke antwoorden te verwachten waren. Een farmaceutische bedrijf staakte de proeven zonder opgaaf van redenen.
Een overzicht:
- Brincidofovir: Klinische proeven gestaakt
- TKM-Ebola: Negatieve resultaten moeilijk te publiceren
- Favipiravir: Geen grote studie gedaan
- Interferon: Weinig geloofwaardige klinische proeven
- ZMapp: Was ooit koploper
- Bloed van ex-patiënten: Resultaten proef niet duidelijk
- Plasma: Duistere resultaten
- Vaccins: Tot nu toe enige succes
Bron: Science