Vrouwen zijn kouwelijker dan mannen. Dat schijnt te komen doordat de stofwisseling van vrouwen lager is dan van mannen. Ook schijnen de bloedvaten bij vrouwen zich eerder te vernauwen als ze het koud krijgen, wat het effect nog eens versterkt. Bij de klimaatbeheersing in grote gebouwen wordt nog steeds uitgegaan van de regeltjes die Povl Ole Fanger in de jaren zestig heeft opgesteld, waarbij hij uitging van het welbevinden van 40-jarige mannen. Nederlandse onderzoekers hebben nu de Fanger-aanpak in een nieuw, voor vrouwen prettiger, pak gestoken.
Een van de onderzoekers, Wouter van Marken Lichtenbelt, van de universiteit van Maastricht is kennelijk ook zo’n koukleum. Hij vindt het in congreszalen vaak te koud. Zelfs als het warm is neemt hij een trui mee naar zulke aangelegenheden. Lichtenbelt onderzocht met collega-onderzoeker en bioloog Boris Kingma van de TU EIndhoven de mogelijkheden om een model voor een warmteneutrale zone te ontwikkelen, niet te koud en niet te warm, dus. Dat betekent dat ze de eigenaardigheden van zowel mannen als vrouwen moesten meenemen.
Ze maten de gemiddelde huid- en lichaamstemperatuur bij vrouwen in kantoren en stelde het metabole gemiddelde in het biofysiologische model bij, ter verwezenlijking van die warmteneutrale zone. De temperatuur die uit hun model rolde bleek drie graden hoger dan Fanger had aangenomen: 24°C. Zo, denk je dan, dat kost ons een hoop meer energie. Het tweetal verliest dat niet uit het oog, zeker gezien het feit dat 30% van de kooldioxideuitstoot is terug te voeren op ruimteverwarming (huizen en bedrijfsgebouwen). Die 24°C lijkt me fiks aan de hoge kant. Ik zou me daar niet lekker bij voelen, maar ik ben dan ook een man (denk ik). Hebben die twee nu de boel omgedraaid en de mannen uit hun model weggelaten?
Bron: Science