‘Nieuwe’ drijfveer smelting poolijs gevonden

Infrarooduitstraling

De simulatie toont de gemiddelde veranderingen in oppervlaktetemperaturen gedurende de jaren ’30 als de correctie voor de uitstraling van het verre infrarood is verrekend. Het gaat hierbij om graden Kelvin (of Celsius) (afb: Lawrence Berkeley-lab)

Dit soort berichten is natuurlijk gevonden vreten voor klimaatskeptici: Kijk eens hoe jullie nog in het duister tasten over de drijvende krachten achter de klimaatopwarming! Deze verandering maakt de boel er echter niet beter op. Onderzoekers van het Lawrence Berkeley Nationale lab, onderdeel van het Amerikaanse ministerie van energie, hebben een mechanisme ‘ontdekt’ dat een belangrijke bijdrage zou leveren aan de opwarming van de poolgebieden en het smelten van het poolijs. Ze vonden dat onbevroren oceanen minder efficiënt warmte uitstralen dan zeeijs en dat heeft effect op de aardopwarming op de polen die daardoor hoger zou worden dan wat de huidige klimaatmodellen voorspellen.

De onderzoekers bekeken wat er met warmtestraling gebeurt. In dat proces raakt de aarde warmte kwijt. Hoewel dat systeem belangrijk is voor de ‘energiebalans’ van de aarde is de doelmatigheid waarmee het aardoppervlak warmte in de vorm van infraroodstraling uitstraalt, lastig te meten. Dat betekent dat de bijdrage van die warmteuitstraling niet goed verdisconteerd is in de klimaatmodellen. Daarin wordt verondersteld dat elk aardoppervlak 100% effeciënt is in de warmte-uitstraling, maar dat is niet het geval. Het zou gaan om de helft van de energie die door het aardoppervlak wordt uitgestraald.
Het wateroppervlak van de oceanen is wat dat betreft veel minder efficiënt dan het zeeijs als het gaat om het verre infrarood. Dat betekent dat de ijszee veel straling in het verre infrarood absorbeert en dat zou bijdragen aan de opwarming van het poolklimaat. “Die uitstraling van infrarood is een belangrijk maar nog ononderzocht terrein. Wij vonden dat niet bevroren oppervlakken minder warmte uitstralen dan bevroren oppervlakken. Het effect daarvan is groter dan in de huidige klimaatmodellen is opgenomen”, zegt onderzoeker Daniel Feldman. “Op basis van die uitkomsten stellen we voor meer aandacht te besteden aan het meten van warmteuitstraling. Aan de hand daarvan kunnen de klimaatmodellen worden verbeterd.”

Het verre infrarood (vir) zou door veel tegenwoordig gebruikte spectrometers niet worden gemeten. Daarom worden de warmte-emissies van ver infrarood geschat op basis van golflengtes waarvan de uitstraling wel bekend is. Volgens Feldman en zijn medeonderzoekers is die benadering wat al te simplistisch. Zij verfijnden de getallen op basis van publicaties over eigenschappen van oppervlakken met betrekking tot het verre infrarood. Ze gebruikten die informatie in een klimaatmodel dat sterk lijkt op het door het energieministerie gehanteerde ACME-model. Uit de daaruit volgende simulaties bleek dat die aanpassingen het meest effect hadden op aride (poolachtige) gebieden op hogere breedtegraden en op grotere hoogten. De open ijszeeën absorberen meer vir-energie dan zeeijs, waardoor die warmer worden met een stijging van 2 graden in het poolklimaat na een gesimuleerde periode van 25 jaar. “De aarde straalt voortdurend energie uit in het vir gedurende de poolwinter”, stelt Feldman. “Omdat de oceaan energie opneemt is het systeem door het jaar heen warmer.” De simulaties laten ook een soortgelijk effect zien op de Tibetaanse hoogvlakte, waar er 5% minder sneeuwval wordt berekend over een periode van 25 jaar, waardoor er minder niet bevroren oppervlak bloot komt dat energie absorbeert, hetgeen bijdraagt aan de opwarming van de regio.

Bron: Science Daily

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.