Doen vaders er toe als het om hun kinderen gaat (behalve dan als bevruchter)? Daar is weinig onderzoek naar gedaan. Nu dan eindelijk hebben onderzoekers van de Canadese McGill-universiteit in Montréal zich eens diepgaand met het antwoord op deze vraag beziggehouden en ze komen tot de conclusie dat vaders er wel degelijk toe doen. Tenminste, dat geldt voor muizenvaders. Afwezigheid van (muizen)vaders tijdens kritieke fases in de groei, leidt tot afwijkend sociaal gedrag bij de volwassen muizen. Die afwezigheid zou ook effect heb de ontwikkeling van de hersens (met name in de prefrontale cortex). Het zou voor het eerst zijn dat dat verband is aangetoond.
“Hoewel we muizen gebruiken, is de uitkomst van ons onderzoek wel degelijk van belang voor mensen”, zegt onderzoekster Gabriella Gobbi. “We gebruikten Californische muizen, die, net als mensen, monogaam zijn en samen hun nageslacht grootbrengen.” Zulk onderzoek onder mensen is wat lastig voor elkaar te krijgen. Bovendien zijn bij muizen de omstandigheden goed in de hand te houden, hetgeen bij mensen vrijwel onmogelijk is, al was het maar op ethische gronden.
Gobbi en haar medewerkers vergeleken het sociale gedrag en de bouw van de hersens van muizen die door beide ouders waren grootgebracht, met de hersens en het gedrag van muisjes die alleen door hun moeder waren opgevoed. Zonder vader vertoonden de muizen abnormaal sociaal gedrag en waren ze agressiever dan muizen die waren grootgebracht door twee ouders. Deze effecten waren bij de ‘dochters’ sterker dan bij de ‘zonen’. Dochters zonder een opvoedende vader waren ook bevattelijker voor amfetamine.
“Onze waarnemingen komen overeen met wat ook blijkt uit onderzoek onder kinderen die zonder vader zijn grootgebracht”, zegt Gobbi. “Ook daar zie je afwijkend gedrag. Het lijkt er op dat muizen een goed model zijn voor menselijk gedrag.”
Bron: Eurekalert