De hoeveelheid kooldioxide in de atmosfeer blijft snel stijgen. De Amerikaanse organisatie NOAA mat in mei op zijn meetstation Mauno Loa op Hawaï een nieuwe hoogte van 414,7 delen per miljoen (promiljoen). Dat is de hoogste seizoenspiek sedert de waarnemingen 61 jaar geleden zijn begonnen. Al zeven jaar achtereen meet NOAA steeds hogere waarden. Vorig jaar lag de piek in mei op 411,2 promiljoen. In 2014 werd voor het eerst de barrière van 400 promiljoen doorbroken.
“Het is belangrijk dat we dit soort nauwkeurige metingen doen om te achterhalen hoe snel ons klimaat verandert”, zegt Pieter Tans van NOAA. “We meten de echte atmosfeer. We zijn niet afhankelijk van modellen. De metingen helpen ons de uitkomsten van de modellen te verifiëren, die de snelle verandering hebben onderschat.”
De CO2-concentratie in de atmosfeer neemt jaar na jaar toe. In het begin van de meetperiode ging het om geringe toenames van zo’n 0.7 promiljoen per jaar naar zo’n 1,5 in de jaren 80 en 90. Dit decennium versnelt de stijging verder naar 2,2 promiljoen per jaar. Volgens Tans is dat een gevolg van de nog steeds stijgende uitstoot, alle mooie klimaatvoornemens ten spijt.
De waarnemingen van Mauna Loa worden samen met andere waarnemingsstations door NOAA opgeslagen ten behoeve van klimaatonderzoek.
Mei topmaand
In mei is de concentratie het hoogst op het noordelijk halfrond omdat daarna vegetatie grote hoeveelheden kooldioxide uit de lucht haalt. In de herfst, winter en vroeger lente komt er weer veel CO2 vrij doordat plantaardig materiaal ontleed. Op het zuidelijk halfrond zou het verhaal precies zo moeten zijn, met de aantekening dat ‘onze’ winter’ ‘hun’ zomer is (enz.). Daar ligt de piek, als het verhaal klopt, in november.
Bron: Science Daily