Jaarlijks wordt er in de wereld ruim 400 miljoen ton kunststof geproduceerd. Daar gaan we allesbehalve netjes mee om. Volgens schatting van onderzoekers van de universiteit van Leeds, waarbij ze de inmiddels kennelijk onmisbare kunstmatige intelligentie hebben gebruikt, zou er jaarlijks zo’n 52 miljoen ton in het milieu terecht komen, waarvan 57 gewichts% wordt verbrand in open ovens en de rest wordt gestort.
Er is iets vreemds aan de hand. Polymeren, alle kunststoffen bestaan uit polymeren, zijn over het algemeen bijzonder duurzaam (in de zin dat ze het lang kunnen uithouden), maar worden voor een belangrijk deel voor de korte termijn ingezet zoals bij verpakkingen. Als ik(=as) in de vuilnisbak kijk is daarvan het overgrote deel verpakkingsmateriaal, voor het merendeel polymere materialen.
Een groot probleem met kunststoffen is dat ze moeilijk te hergebruiken of te kringlopen (RIVM-rapport over hergebruik kunststoffen van auto’s van december 2022) zijn. Daar komt bij dat die kunststoffen niet alleen uit die polymeren bestaan, maar uit allerlei toevoegingen (additieven), zodat het nogal lastig is om een bepaald soort kunststof in te zamelen en opnieuw te gebruiken voor de productie van kunststof producten zoals vuilniszakken of bermpaaltjes.
Een bijkomende moeilijkheid is dat kunststoffen, of eigenlijk de polymeren, uit twee grote groepen bestaan: thermoharders en thermoplasten. Thermoplasten zoals polyetheen of polypropeen kun je vrij simpel recycleren door het boeltje te vervormen en de ‘vloeibare’ vorm in een mal te persen (bijvoorbeeld). Het vervelende is alleen dat na elke verwarmingscyclus de polymeerketens korter worden en daarmee de eigenschappen slechter.
Die verwarmingstruc gaat met thermoharders niet. Die verbranden bij verhitting.
Duur
Er is nog een andere manier om kunststoffen te hergebruiken door de polymeren af te breken in de in de bouwstenen (bij polyetheen is dat etheen) en vervolgens die bouwstenen weer aan elkaar te koppelen: chemisch recycleren. Dat is overigens geen sinecure en nogal duur. Het is veel goedkoper om ‘maagdelijke’ (=virgin) kunststoffen te gebruiken.
De onderzoekers gebruikten voor hun schatting de cijfers van het afvalbeheer van meer dan 50 000 steden waarop zd vervolgens het ki-systeem op los lieten om tot een schatting van de situatie in de wereld te komen.
Een groot probleem is dat in veel landen kunststofafval niet wordt ingezameld. Zo’n 1,2 miljard mensen moeten het doen zonder vuilophaaldienst. Zo’n tweederde (68%) van die 52 miljoen ton zou zo in de fik worden gestoken of elders gestort. Dan wordt er meteen gedacht aan laag ontwikkelde landen, maar ook in de ‘hoog’ ontwikkelde lage landen (Nederland en België, dus) is kunststofinzameling, in welke vorm dan ook, nauwelijks een succes te noemen. Overigens is in die rijke landen de ‘kunststofemissie’ wel veel lager dan in armere landen.
De onderzoekers vinden dat het probleem beter geïnventariseerd zou moeten worden om politieke besluitvormers te helpen bij het plannen van het afvalbeheer. Dat is natuurlijk niet verkeerd, maar veel nuttiger zou het zijn eens naar de oorsprong te kijken van al dat kunststofafval. Gebruik geen duurzame materialen voor wegwerpartikelen en we moeten, om te beginnen, maar eens statiegeld op alle verpakkingen zetten.
Bron: Futura-Sciences