Rekenmodellen die worden gebruikt om de gevolgen van broeikasgasemissies op de aardtemperatuur te berekenen blijken vrij accuraat te zijn, zo beoordeelden Zeke Hausfather en medeonderzoekers. Zij bekeken zeventien klimaatmodellen die tussen 1970 en 2007 zijn gebruikt en vonden dat de meerderheid resultaten voorspelden die “niet te onderscheiden waren van de gemeten waarden”.
Hausfather werkt als klimaatwetenschapper aan de universiteit van Californië in Berkeley en ergerde zich al jaren over de kritiek op die rekenmodellen. Die blijken het over het geheel genomen goed te doen. “Soms wat in de plus soms wat in de min. Als ze het fout hebben is het een beetje aan de warme kant, maar dat stelt niet veel voor.” Volgens hem zitten tien van de zeventien modellen dicht in de buurt van wat er in feite is gebeurd. De modellenbouwers hebben volgens hem hun zaakjes voor elkaar.
In zo’n model zijn twee zaken erg belangrijk: de natuurkunde van de atmosfeer en de hoeveelheid broeikasgassen die daarin terecht komt. Een paar keer zaten wetenschappers er naast doordat ze de groei van de broeikasgasuitstoot verkeerd voorspeld hadden. Als je dat doet zijn ook je temperaturen niet juist.
Ruim voldoende
Hausfather c.s. bekeken ook hoe goed de modellen het deden op het punt van de zuivere wetenschap (dus zonder de emissies). Daarbij scoorden veertien van de zeventien modellen een ruime voldoende (gemiddeld 69, van de 100). Een van de eerste modellen uit 1970 kreeg zelfs een 91. Opmerkelijk daarbij is dat in die tijd de aardopwarming nauwelijks nog merkbaar was.
Volgens Donald Wuebbles van de universiteit van Illinois, die niet aan de beoordeling heeft deelgenomen, doen klimaatveranderingontkenners rare dingen om die klimaatmodellen onderuit te halen. “Geen van die analyses klopte. We hoeven het niet langer te hebben over de fundamentele wetenschap van klimaatveranderng.”
Bron: ABC News