DNA-sporen op plaats delict worden vooral gebruikt om ‘onomstotelijk’ de aanwezigheid van een verdachte te bewijzen, maar DNA kan veel meer zeggen over de dader. De middelen en de kennis om DNA te ‘doorzoeken’ op allerlei fysieke kenmerken en gewoontes zijn de laatste jaren fiks gegroeid. Krijgen we binnenkort een vrij nauwkeurig profiel van de DNA-bezitter louter op basis van zijn/haar DNA?
Dat zou zich zo kunnen laten aanhoren: “De resultaten van de DNA-proef zijn binnen. We zoeken naar een blanke man van 34 tot 37 jaar die geboren is in de zomer in een land met een gematigd klimaat. Hij heeft cocaïne in het verleden gebruikt. Zijn moeder rookte, maar hij niet. Hij drinkt stevig, net als zijn vader. Hij is gestrest en gegeven de vervuilingkenmerken moeten we het in de binnenstad zoeken, waarschijnlijk in de buurt van een kruispunt.”
Voorlopig is het nog niet zo ver, maar de groei van de kennis op het gebied van de epigenetica, de leer welke genen in welke cellen actief zijn en welke niet, zou dit sprookje binnenkort wel eens waarheid kunnen worden.
Zo kun je aan de hand van iemands DNA een aardige schatting maken van zijn/haar leeftijd. Steve Horvath van de universiteit van Californië in Los Angeles heeft een statistisch model ontwikkeld gebaseerd op de epigenetische kenmerken van 350 genen, waarmee hij de leeftijd met een marge van drieënhalf jaar. Dat hangt wel wat af van het ras en wordt ook beïnvloed door de gezondheid, maar forensisch onderzoekers kijken nu al naar de bruikbaarheid van Horvaths methode voor misdaadonderzoek.
Onze gewoontes hebben ook invloed op de epigenetica van ons DNA. Zo zorgt roken voor een duidelijke epigenetische ‘afdruk’. Het zelfde geldt voor cocaïne of andere roesmiddelen. Er zouden ook epigenetische karakteristiek zijn voor overgewicht, traumatische jeugdervaringen, het al of niet roken van de zwangere moeder, de luchtconditie in de leefomgeving, mate van beweging en mogelijk zelfs wat ouders en grootouders hebben gedaan.
Toekomst
Voorlopig zullen die mogelijkheden nog niet tot de gereedschapskist van de gretige speurder behoren. Er zal nog wel het een en andere aan weging en toetsing moeten worden gedaan alvorens die epigenetische ‘afdrukken’ een rol in de rechtszaal zullen spelen, maar het lijkt me dat die, bij aannemelijk gemaakt werkzaamheid, de opspoorders daarvoor al zekere diensten zouden kunnen bewijzen. Als je weet hoe oud je dader ongeveer is en hoe die eruit ziet, dan zoekt dat toch wat makkelijker dan als je helemaal in het duister tast.
Overigens lijkt me dat met deze methode het instrumentarium van de politie een stuk geavanceerder zal moeten worden. Het DNA-bewijs dat nu toegelaten is in rechtszaal wordt niet geleverd door het hele DNA-molecuul af te lezen, maar door het verdachte DNA op bepaalde plaatsen door te knippen. De resulterende brokjes DNA worden vervolgens door een door een elektroforeseapparaat gehaald. Het daaruit ontstane patroon van DNA-brokjes is vrijwel zeker kenmerkend voor een individu (dan hebben het op kansen van een op de zoveel miljoen). Dat is een relatief simpel onderzoek. Dat geldt, voor zover ik weet, niet voor het achterhalen van de epigenetica van het cel-DNA.
Bron: the Guardian