Dat is echt schokkend nieuws voor mij. Natuurlijk kun je bij schaken de wedstrijd beïnvloeden door bijvoorbeeld, irritant gedrag, maar wat doping betreft is de denksport dopingvrij, dacht ik. Helaas. Niet dus. Duitse en Zweedse onderzoekers zouden aannemelijk hebben gemaakt dat bepaalde stoffen, psychofarmaca, zoals modafinil en methylfenidaat (Ritalin) aantoonbaar positieve effecten hebben op de schaakprestaties van de proefpersonen. Overigens heeft de internationale schaakbond FIDE al in 2014 maatregelen genomen.
Er was al eens onderzoek gedaan naar de effecten van psychofarmaca op de geestelijke prestaties. Die hadden daadwerkelijk effect, maar alleen als de proefpersoon moe was of anderszins onder niveau presteerde. Nu zou voor het eerst zijn aangetoond dat die stoffen ook daadwerkelijk de geestelijke prestaties opstuwen, zelfs al de proefpersoon al op de toppen van zijn/haar kunnen presteert.
De onderzoekers, onder aanvoering van Klaus Lieb van de universiteit van Mainz, gaven 39 mannelijke schakers een dosis van een van de drie psychofarmaca (de genoemde twee plus cafeïne) of een nepper. Ze speelden vervolgens een serie potjes snelschaak (15 minuten) tegen een schaakprogramma (Fritz 12). Dat programma was ingesteld op het schaakniveau van de proefpersoon. Een andere dag kregen de schakers een ander middel of een placebo. Ik vraag me af hoe je dat doet met een dubbelblind onderzoek. Hoe dan ook, de onderzoekers vergaarden de resultaten van zo’n 3000 potjes snelschaak. Lieb: “Een van de mooie dingen bij deze opzet is dat het schaakprogramma de referentie is om het effect op de prestatie te meten.”
De onderzoekers vonden dat alle drie de psychofarmaca ervoor zorgden dat de proefpersonen langer over hun zetten nadachten, waardoor ze vaker verloren wegens tijdoverschrijding. Als je die partijen schrapte, dan bleek dat met modafinil en methylfenidaat de scores behoorlijk omhoog waren gegaan. De verbetering door cafeïne was minder groot en werd door de onderzoekers niet als ‘significant’ aangemerkt.
Verrast
Lieb: “We waren verrast dat de spelers door de middelen trager speelden dan normaal. Dat zou er op duiden dat de denkprocessen dieper zijn. De spelers werden beter als ze niet onder zo’n grote tijdsdruk stonden. In schaaktermen is het verschil opmerkelijk. Voor zowel modafinil als methylfenidaat kwamen we op een verbeteringscoëfficiënt van 0,05. Als we corrigeren voor de traagste spelers, dan zou dat betekenen dat een speler van de 5000ste plaats op de internationale schaakranglijst zou opstomen naar de 3500ste plaats. Met die middelen lijkt het net als de speler altijd met wit speelt. Met wit heb je een 5% grotere kans om te winnen.”
Volgens Lieb kunnen die verschillen op een toernooi vrij belangrijk zijn. “Met dit onderzoek kunnen we nu een cijfer plakken wat het effect is van die psychfarmaca op onze intellectuele prestaties.” De onderzoekers tekenen hierbij aan dat het gebruik van deze middelen om de geestelijke prestaties te verhogen oneigenlijk is. Ze zouden ook bijwerkingen kunnen hebben, vooral bij herhaald gebruik. Daar is overigens weinig over bekend. Ze stellen ook dat de proefopzet kleinschalig is. Pas na replicatie zouden er steviger conclusies kunnen worden getrokken.
Ik vraag me dan weer af waar die tijdsdruk voor nodig is. Geldgebrek? En hoe valt de uitspraak van Lieb te rijmen dat de spelers beter werden als ze niet onder tijdsdruk stonden. Hebben de onderzoekers dat dan gemeten of komt die uit de dikke duim van Lieb?
Bron: EurekAlert