De laatste jaren horen we meestal goede berichten over de ozonlaag. Het beruchte gat, veroorzaakt door (inmiddels verboden) drijfgassen, lijkt de laatste jaren steeds kleiner te worden, maar nu melden onderzoekers dat er toch weer iets mis schijnt te zijn. Dat schijnt toch vooral te liggen aan bijzondere meteorologische omstandigheden in de hoger luchtlagen.
Het is het grootste gat in de ozonlaag in de atmosfeer van de laatste vijftien jaar. Volgens de Europese observatiedienst Copernicus in Reading heeft het gat inmiddels zijn grootste afmeting bereikt. Het gat dit jaar lijkt op dat van 2018, dat ook groot was, vertelt Corpernicusdirecteur Vincent-Henri Peuch.
De ozonlaag bevindt zich tussen de 15 en 35 km boven het aardoppervlak in de stratosfeer. Die laag zorgt ervoor dat schadelijke uv-straling niet de aarde bereikt. Al tientallen jaren ontstaat boven Antarctica tijdens de lente daar (herfst bij ons) een gat in die laag. Meestal is dat gat in oktober het grootst en het sluit zich weer in december.
Montrealprotocol
De situatie dit jaar onderstreept volgens Peuch het belang van het Montrealprotocol, waarin werd vastgelegd dat de schadelijke drijfgassen (chloorfluorkoolwaterstoffen; cfk’s) mettertijd verboden zouden worden. Sedert 2010 geldt een productieverbod van die ozon aanvretende stoffen.
Hoe groot het ozongat wordt hangt niet alleen af van stoffen die die laag aantasten maar ook van veranderingen in windstromen (poolwervel) en de temperaturen in de stratosfeer. Dit jaar wordt het gat vooral zo groot door een sterke, stabiele en koude poolwervel, stelt Copernicus. September vorig jaar was het gat kleiner dan in de laatste 30 jaar gemeten als gevolg van speciale meteorologische omstandigheden. Wetenschappers hopen dat het gat de komende decennia langzaam maar zeker verdwijnt.
Bron: der Spiegel