Er wordt al tijden gediscussieerd over de manier waarom de hersens informatie opslaan. Op basis van dieronderzoek is de gedachte gerezen dat die verschillende herinneringen op aparte plekken in de hippocampus in de hersens worden opgeslagen. Volgens neurowetenschapper Rodrigo Quian Quiroga van de universiteit van Leicester klopt dat niet voor mensen en dat zou mensen anders maken (om niet te zeggen uniek).
Tot nu toe is het idee dat herinneringen in de hippocampus worden opgeslagen door ‘patroonscheiding’. Elke herinnering zou worden opgeslagen de aparte groepen neuronen. Daardoor zouden die herinneringen niet door elkaar gaan lopen. Ouian Quiroga denkt dat dat niet voor mensen op gaat, dat herinneringen bij mensen in dezelfde groep neuronen worden opgeslagen. Daardoor zouden, bijvoorbeeld, mensen abstract kunnen denken.
Ouian Quiroga: “In tegenstelling tot wat iedereen verwacht als je de activiteit van afzonderlijke neuronen vastlegt vonden we een ander model dan patroonscheiding bij het opslaan van herinneringen. Patroonscheiding is een basisprincipe voor neurale codering dat vermenging van herinneringen voorkomt. Dat dat principe bestaat is door veel dieronderzoek aannemelijk gemaakt, maar is nooit gerepliceerd bij mensen.”
De hersenonderzoeker stelt dat bij veel onderzoek gebruik wordt gemaakt van functionele mri, maar daarmee kun je niet de activiteit van afzonderlijke neuronen waarnemen. “Wij vonden toen we de activiteit van afzonderlijke neuronen maten iets heel anders dan wat er bij dieren beschreven is. Dat zou de hoeksteen kunnen zijn van de menselijke intelligentie (?;as).”
Het verschil
De neurowetenschapper redeneert dat het ontbreken van patroonscheiding in de menselijke hersens bij het opslaan van herinneringen het grote verschil is tussen de mens en andere diersoorten. Dat zou ook de bron/oorzaak zijn van de grotere geestelijke vaardigheden van de mens zoals generalisering of creativiteit.
Ouian Quiroga gelooft dat we verder moeten kijken dan gedragsvergelijking tussen mensen en dieren om er achter te komen wat ons zo verschillend maakt. De grootte van de hersens of het aantal hersencellen alleen is geen verklaring, want een chimpansee komt wat dat betreft aardig in de buurt bij de mens. Dus, is zijn redenering, moeten onze hersencellen (of althans een deel daarvan) iets helemaal anders doen dan bij dieren. Een verschil zou de manier zijn waarop het geheugen werkt, aldus de hooggeleerde.
Bron: EurekAlert