De hoeveelheid CO2 in de atmosfeer heeft, zoals bekend mag worden verondersteld, invloed op de aardtemperatuur, maar die wordt door vele factoren beïnvloed. Zo denken geologen dat de activiteit van aardschollen eveneens een grote invloed hebben op de temperatuur van onze planeet. De vraag dringt zich op of plaatsen met een grote tectonische activiteit zouden kunnen fungeren als thermostaat voor het klimaat.
Onlangs was het in Indonesië weer raak. Actieve vulkanen en aard-/zeebevingen en vloedgolven die daarvan het gevolg zijn. Indonesië beslaat maar 2% van het aardoppervlak, maar neemt 10% voor zijn rekening van het kooldioxide dat wordt geabsorbeerd. Dat zou komen door de bergketens die door al dat tectonische en vulkaangeweld ontstaan. Die materialen, die zich normaal op de bodem van de oceaan bevinden, zijn rijk aan magnesium en calcium. Die magnesium- en calciumrijke rotsen worden in de vorm van tropische bergen in hun bestaan rijkelijk besproeid door tropische regens en schijnen gigantische hoeveelheden kooldioxide te kunnen vastleggen in de vorm van carbonaten.
Volgens onderzoekers van, onder meer, de universiteit van Californië in Santa Barbara onder aanvoering van Francis MacDonald zou de verschijning van deze gesteentes door tectonische activiteit samenvallen met zo’n zes ijstijden in de geschiedenis van de aarde van de laatste 500 miljoen jaar. Macdonald: “Die bergen zouden wel eens de belangrijkste beïnvloeder van het wereldklimaat kunnen zijn.”
De ijstijden zouden het resultaat kunnen zijn geweest van de botsing van aardschollen met vulkanische activiteit in de nu verdwenen tethysoceaan en het Aziatische en Afrikaanse continent. Een analyse van de magneetvelden van de bergketens die werden gevormd tijdens het ontstaan van de Appalachen, zo’n 460 miljoen jaar geleden, zou hebben aangetoond dat de bergen zouden zijn ontstaan toen een nieuwe ijstijd begon.
Toevallig?
Toevallig? Om daar achter te komen hebben de onderzoekers alle tektonische ‘hechtingen’ bekeken – die ontstaan door de botsing van twee aardschollen – waarvan bekend is dat ze fragmenten van vulkanische zeebodem bevatten. Het magnetisme van de gesteentes en modellen van contintentvorming moesten aangeven waar die lagen in de gebergtes vandaan kwamen. Die gegevens die ze daar uit destilleerden legden ze naast de klimaatgegevens uit de aardhistorie, zoals tot nu toe afgeleid en die bleken (dus) overeen te komen.
Dat kan allemaal wel waar zijn, betogen andere onderzoekers, maar heeft het vulkanisme zelfs met zijn uitstoot aan as en kooldioxide geen veel grotere invloed op het klimaat? Macdonald werpt daar tegenin dat deze theorie niet alleen het begin van een ijstijd kan voorspellen, maar ook het einde. Dat zou een sterk argument voor zijn. Een warme aarde zou een gevolg van ontwikkelingen in de natuur zijn, zoals in driekwart van de afgelopen 500 miljoen jaar. De botsingen van de aardschollen bij Indonesië zullen waarschijnlijk het wereldwijde klimaat in een ijstijd veranderen, denken de onderzoekers. Die duurt net zo lang tot de bergen bij wijze van spreken weggespoeld zijn en de continenten voortdrijven. Dan volgt weer opwarming. Wil Macdonald daarmee beweren dat we ons niet druk hoeven (kunnen) maken om de aardopwarming?
Bron: Futura-Sciences