De Nederlandse Nobelprijswinnaar Martin Veltman is op 4 januari op 89-jarige leeftijd overleden in zijn woonplaats Bilthoven. Hij kreeg samen met Gerard ’t Hooft in 1999 de Nobelprijs voor de natuurkunde voor het samenvoegen van twee van de vier fundamentele natuurkrachten.Veltmans belangstelling lag zowel in de theoretische als in de experimentele natuurkunde. Bij het deeltjesonderoekcentrum CERN in Zwitserland werkte hij aan berekeningen om de uitkomsten van botsproeven, inclusief nieuwe de te vormen deeltjes, beter te voorspellen. Vooral zijn theoretische werk aan de samenvoeging van de elektromagnetische kracht en de zwakke kernkracht is baanbrekend geweest. Voor dit werk aan de Universiteit Utrecht ontving hij in 1999 samen met Gerard ’t Hooft – een promovendus van Veltman – de Nobelprijs voor de Natuurkunde. De prijs werd gegeven voor het ophelderen van de kwantumstructuur van de elektrozwakke wisselwerkingen.
Het werk van Veltman was onmisbaar voor de ontdekking in 1995 van de topquark in het Fermilab, in Chicago. Veltman heeft door het schrijven van Schoonschip, een computerprogramma voor manipulatie van symbolen, in 1964 belangrijk bijgedragen aan de computeralgebra. Bekende programma’s zoals Mathematica en Maple zijn op Veltmans pionierswerk gebaseerd. Daarnaast ontwikkelde hij rond 1988 een eigen versie van een mobiele computer met een eigen besturingssysteem. In 2003 verscheen het boek “Feiten en mysteries in de deeltjesfysica” van zijn hand voor een geïnteresseerd publiek.
Bronnen: Volkskrant, Wikipedia