Een acht jaar durend project om belangrijk kankeronderzoek te reproduceren kwam bij veel belangrijke studies op andere resultaten uit. Het lijkt er op dat daarmee het resultaat van die studies op losse schroeven is komen te staan. Het gaat om ongeveer de helft van vijftig gereproduceerde onderzoeken.
De onderzoekers hebben geprobeerd de resultaten van vijftig proeven te reproduceren die de weg gebaand hebben voor nieuwe bestrijdingsmiddelen van kanker. Het bleek dat rond de helft van die onderzoeken niet overeind bleef. “De waarheid is dat we onszelf voor de gek houden. Het meeste dat gesteld wordt is noch nieuw noch belangrijk”, zegt Vinay Prasad van de universiteit van Californië in San Francisco, die niet bij het reproductieproject betrokken is geweest.
Een van de belangrijke pijlers van wetenschappelijk onderzoek is dat proeven herhaald kunnen worden en dezelfde resultaten geven als het oorspronkelijke werk. Het vervelende is dat er over het algemeen weinig animo is om dat soort werk te doen. De meeste onderzoekers werken het liefst (en het meest) aan oorspronkelijk onderzoek. Ook schijnt het niet normaal te zijn dat onderzoekers volledig open zijn over gebruikte methodes en verkregen gegevens. Wetenschappers die worden geconfronteerd met onreproduceerbaar onderzoek zullen daar ook niet erg blij mee zijn.
Vooral in medisch onderzoek liggen die zaken gevoelig, mede ook daar patiënten uit dergelijk onderzoek hoop zouden kunnen putten (die eigenlijk vals is). Volgens Prasad is het mede daardoor niet verwonderlijk dat de voortgang bij kanker trager is dan verwacht zou mogen worden op basis van gepubliceerde resultaten.
Tekortkomingen
De onderzoekers betrokken bij het project wijzen op tekortkomingen vroeg in het wetenschappelijke proces. Het zou niet gaan om onbruikbare behandelwijzen. Alvorens een behandelwijze tot de markt wordt toegelaten moet die goed getest zijn in klinische proeven. Veel van die beoogde kankertherapieën halen dan ook niet de eindstreep.
De reproduceerders hebben studies proberen te reproduceren die tussen 2010 en 2017 zijn gepubliceerd in vooraanstaande tijdschriften zoals Cell, Science en Nature. 54% voldeed niet aan de statistische criteria van het project. Onder de studies die niet overeind bleven was er een waarin ontdekt zou zijn dat een bacterie iets met het ontstaan van longkanker bij mensen te maken zou hebben. Bij een ander niet reproduceerbaar onderzoek zou een middel borstkanker bij muisjes hebben teruggedrongen. Ook een onderzoek naar een middel tegen prostaatkanker viel door de mand.
Een onderzoeker die aan dat laatste onderzoek heeft meegewerkt zou hebben gesteld dat ander onderzoek het eerste resultaat zou hebben bevestigd. “Er is zat reproductie in de literatuur van onze resultaten”, zegt Erkki Ruoslahti. Hij is met een bedrijf begonnen dat het middel uit het door het reproductieproject gewraakte onderzoek in klinische proeven test op uitzaaiingen van alvleesklierkanker.
Psychologie
Dit is de tweede grote analyse van het reproductieproject. In 2015 werden overeenkomstige problemen gevonden bij de reproductie van een reeks experimenten in de psychologie. Brian Nosek van het centrum voor open wetenschap en een van de reproduceerders zegt dat het weinig zin heeft voort te borduren op werk dat je niet kunt reproduceren. “We starten een klinische proef of we beginnen een bedrijf of we tetteren rond dat we de oplossing hebben voordat we het resultaat hebben geverifieerd.”
De reproduceerders hebben geprobeerd de verschillen te verkleinen in de manier waarop kankeronderzoek wordt uitgevoerd. Vaak kregen ze geen medewerking van de oorspronkelijke onderzoekers als ze vroegen welke bacteriestam of proefdieren ze hadden gebruikt of waar bepaalde behandelde kankercellen te vinden waren. “Ik was niet verbaasd”, zegt Michael Lauer van het NIH in de VS. “Het is wel verontrustend dat zo’n derde van de wetenschappers niet meewerkt en, in sommige gevallen, zelfs meer dan dat.” De NIH wil het delen van onderzoeksgegevens verbeteren door het in 2023 verplicht te stellen bij subsidie ontvangende instellingen, stelt Lauer. “Foute wetenschap kan opmerkelijke dingen opleveren.”
Biotechnologisch consulent Glenn Begley heeft slechter meegemaakt in zijn tijd bij medicijnfabrikant Amgen. Volgens hem is kankeronderzoek moeilijk omdat het aantrekkelijk is met mooie resultaten te komen, vooral als die resultaten je favoriete idee ondersteunen hoe kanker werkt, maar die dan niet (blijken te) kloppen.
Bron: ABC News