Nederlanders zijn de laatste 200 jaar 20 cm langer geworden. Gemiddeld zijn mannen in Nederland 1,84 m en vrouwen 1,71. Daarmee zouden Nederlanders gemiddeld de langste mensen van de wereld zijn. Hoe komt dat, vroegen de in Londen studerende Gert Stulp en een paar medeonderzoekers zich af. Natuurlijke selectie in combinatie met de omstandigheden, concludeerden de onderzoekers. Langere mannen zouden een iets hoger aantal kinderen de wereld in hebben geschopt dan minder lange. Vraag is dan natuurlijk waarom dat dan alleen in Nederland heeft plaatsgevonden. De Amerikanen zijn in die 200 jaar gemiddeld maar 6 cm gegroeid.Vele jaren waren de Amerikanen de langste. Dat is nogal opmerkelijk omdat de Amerikaanse bevolking divers van samenstelling is en er in de loop der tijden steeds weer nieuwe ‘Amerikanen’ toestroomden naar dat land van ongekende mogelijkheden. In de 18de eeuw waren Amerikanen gemiddeld 5 tot 8 cm langer dan de Nederlanders. Tegenwoordig zijn ze het dikst maar hebben de Noord-Europeanen, met insluiting van de Nederlanders, de strijd ergens in de twintigste eeuw in hun voordeel beslist.
Waarom mensen zo lang worden is onduidelijk. De lengte zou door ten minste 180 genen worden bepaald. Die genetische component zou de lengte voor 80% ‘verklaren’. De omstandigheden hebben ook een behoorlijke invloed. Japanners die naar Hawaii trokken zijn gemiddeld langer dan hun familie in Japan. Het dieet rijk aan melk en vlees zou een grote invloed op de lengte hebben gehad. De groeispurt van de Nederlanders zou toe te schrijven zijn aan de veranderde omstandigheden, aan de kaas en de melk. De gelijkmatige verdeling van de welvaart plus de toegankelijkheid tot de gezondheidszorg zouden ook meegeholpen hebben aan de groei.
Stulp c.s. vroegen zich af of natuurlijke selectie niet een rol zou kunnen hebben gespeeld. Lange mannen zouden aantrekkelijker zijn voor vrouwen omdat lengte zou worden geassocieerd met gezond en aantrekkelijk, een hogere opleiding en meer inkomen. Dat zou dan weer leiden tot een groter nakomelingschap voor die langere mannen. In de VS leerde Stulp was daar geen sprake van. Mannen met een gemiddelde lengte in Wisconsin die geboren waren tussen 1937 en 1940 hadden meer nakomelingen dan langere of kortere mannen. Bij vrouwen waren de kleintjes in het voordeel. In de VS, tenminste in Wisconsin, zou de selectie de omgevingsfactoren als betere voeding en leefomstandigheden tegenwerken. Dat zou dan een verklaring zijn waarom in de VS de toename in lengte door de eeuwen heen gering is gebleven.
Stulp, zelf 2 m, ging toen in Nederland kijken, waarbij hij een databank ter beschikking had van gegevens van zo’n 100 000 mensen uit Noord-Nederland. De onderzoekers bekeken alleen 45-plussers die geboren waren uit twee Nederlandse ouders. Die categorie had zijn kinderen al gehad en de berekeningen werden zo niet ‘verstoord’ door immigranten. Daardoor bleven ruim 40 000 mensen over.
Langere mannen bleken iets meer nakomelingen te krijgen, ondanks dat ze later kinderen kregen. Dat kleine effect (iets minder dan een kwart kind) schijnt toch betekenisvol te zijn. Dat effect werd niet bij vrouwen waargenomen: de gemiddelde lengte scoorde het hoogst. Dat zou er mee te maken hebben dat langere vrouwen problemen zouden hebben om partners te vinden en met een hoger risico een kind te verliezen voor de kleintjes. Ergo: de Nederlandse bevolking groeit, in de hoogte, wel te verstaan. Maar waarom dan toch? Waarom zouden Nederlandse vrouwen de voorkeur geven aan langere mannen en vrouwen in Wisconsin niet en waarom hebben langere mannen een groter nageslacht? Dit onderzoek verklaart echt helemaal niks. En ja, het kan ook weer omslaan, die appetijt voor lange mannen. Tel de ‘zou’s’ en het wordt meteen duidelijk hoeveel onduidelijkheid en speculatie in dit verhaal zitten. Een vreemd verhaal.
Bron: Science