Het is niet erg waarschijnlijk dat door opwarming ontdooiende poolbodems in Alaska en Siberië in één klap zoveel broeikasgassen loslaten dat dat leidt tot een abrupte klimaatverandering, stellen onderzoekers van, onder meer, de universiteit van Utrecht in een artikel in Nature. Daarvoor zou de dooi te geleidelijk gaan en is het effect van de uitstoot van het broeikasgas methaan die in de permafrost ligt ‘verankerd’ de komende eeuw hoe dan ook veel kleiner dan de uitstoot van kooldioxide door de verbranding van fossiele brandstoffen. Het effect is echter verre van verwaarloosbaar, vindt hydroloog Han Dolman.
Voor doemscenario’s over een grote stijging van broeikasgassen in de atmosfeer door de dooi van de diepgevroren bodems vol organisch materiaal, is volgens de onderzoekers geen aanleiding. Tegelijk staat, stellen ze, wel vast dat de uitstoot door dooiende permafrost wel eeuwen zal doorgaan en ook niet te remmen lijkt. Uiteindelijk is in de bevroren bodems tweemaal meer koolstof opgeslagen dan alles wat er nu in de atmosfeer zit aan koolstof in de vorm van kooldioxide. Daarvan, zegt Jorien Vonk van de universiteit van Utrecht, zal volgens de beste schattingen de komende eeuw tussen de 5 en 15% vrijkomen, als warmere bodems ontdooien en het ingevroren materiaal vergaat en CO2 en methaan vrijkomt. “Die natuurlijke uitstoot is maximaal een kwart van de uitstoot door het gebruik van kolen en olie.”
Volgens Vonk betekenen de nieuwe schattingen niet dat de ontdooiende poolbodems geen probleem vormen. “Integendeel. Het is een permanente bron van broeikasgas, waarmee in de internationale onderhandelingen over klimaatbeheersing rekening moet worden gehouden.” Dat het hele systeem abrupt zijn koolstofvoorraad loslaat, is onwaarschijnlijk. Dat komt onder meer doordat plaatselijke omstandigheden uiteindelijk de dooi bepalen, is het verhaal van de onderzoekers.
Hydroloog en permafrostkenner Han Dolman van de Vrije Universiteit in Amsterdam, niet betrokken bij de studie, noemt het stuk in Nature solide, maar vindt de conclusies te laconiek. “Zelfs als het gaat om maar eentiende van de menselijke uitstoot van broeikasgassen lijkt me dat een wezenlijke invloed hebben op het klimaatsysteem. Ik heb de indruk dat de auteurs net iets te nadrukkelijk willen ingaan tegen de populaire verhalen over de ramp die in het permafrost loert.”
Bron: De Morgen