“Wereldburgers zijn asocialer”

Wereldburger

Wereldburger?

Hoe meer mensen zich beschouwen als wereldburgers hoe minder ze bijdragen aan de maatschappij en hoe vaker ze gratis ‘meerijden’ op de bijdragen van anderen. Dat is de opmerkelijke conclusie van een onderzoek van van politicoloog Eitan Adres van de universiteit van Haifa. Hij kreeg voor zijn promotieonderzoek een prijs van de Israelische verenging van politicologen.”In een steeds kleinere wereld waarin de staatsmacht verzwakt, worden de rechten en plichten van de burgers steeds minder duidelijk”, geeft hij als verklaring van die conclusie. In de politicologie krijgen meelifters veel aandacht. Van een rationeel iemand kan verwacht worden dat hij plichten uit de weg gaat en vertrouwt op de bijdragen van anderen. We hebben het dan over belastingontwijking of ontduiking van de dienstplicht. Toch gedragen de meeste mensen zich niet zo. In hoeverre mensen zich schikken naar de regels is volgens Adres afhankelijk van het vertrouwen dat ze in de overheid hebben. De mondialisering heeft de ideeën over identiteit, cultuur en grenzen vervaagd.
Adres probeerde in zijn onderzoek te achterhalen of er een relatie is tussen mondialisering en maatschappelijke betrokkenheid. Hiervoor ontwikkelde hij een ‘individuele mondialiseringsindex’, die onafhankelijk is van de mondialisering in een land. Hij bekeek vervolgens de situatie in vier landen: twee stevig gemondialiseerde (Duitsland en Australië), een weinig gemondialiseerd land (Colombia) en een land daar tussen in (Israël). Zo’n 1000 mensen in die vier landen deden mee aan beslisspelletjes met ‘geld’ om de bereidheid een bijdrage te leveren aan de maatschappij vast te kunnen stellen.
Het bleek dat hoe meer mensen zich beschouwden als wereldburger, consumentist en individu, hoe minder bereid ze waren een bijdrage aan de maatschappij te leveren en hoe vaker ze geneigd waren gratis mee te rijden op bijdragen van anderen. Dat kwam vooral goed tot uiting in het eerste experiment, waarbij deelnemers werden verdeeld in groepen en elk 100 ‘munten’ kregen. De deelnemers werd gevraagd een deel daarvan in de gemeenschappelijk pot te doen. Het gedoneerde bedrag zou worden verdubbeld en weer, gelijkelijk, worden verdeeld onder de deelnemers (dus onafhankelijk van iemands bijdrage). Het gezamenlijke belang is dat iedereen alles bijdraagt, het individuele belang om niks bij te dragen. 30% van de Duitse en 25% van de Australische deelnemers hielden al hun munten. In Colombia was dat slechts 3,6% en in Israël 12%. De twee andere proeven gaven soortgelijke uitkomsten.
De drie proeven bij elkaar gaven als resultaat dat hoe sterker iemands wereldburgerschap (kennelijk was die graad vooraf bepaald) hoe groter de kans dat dat individu niet netjes zijn echte inkomen opgeeft (het tweede spel ging over belastingen), hoe geringer de kans dat hij/zij bijdraagt aan goede doelen (het derde experiment) en hoe minder de bijdrage aan de gemeenschappelijke pot is. Adres: “Er is een duidelijke relatie tussen de individuele karakteristiek en zaken als solidariteit en maatschappelijke samenhang. De index die we hebben ontwikkeld is een belangrijk hulpmiddel om de relatie te begrijpen tussen de burger de wereld.”

Bron: Science Daily

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.