Doe aluminiumoxide, water en het mineraal olivijn in een minihogedrukpan, voer de druk op naar een kleine 2000 atmosfeer en pook de temperatuur op tot twee-, driehonderd graden, laat het geheel 24 uur ‘borrelen’ en hup we hebben waterstof. In de natuur vindt dat proces diep in de oceaan ook plaats (serpertinisering), maar dit ‘snelle recept’ gaat zeven tot vijftig keer sneller dan in de natuur. Da’s mooi, maar het lijkt niet echt een energetisch voordelige route. De (Franse) onderzoekers van de Claude Bernard Lyon 1-universiteit zijn er desalniettemin blij mee, omdat ze ontdekten dat het gebruik van aluminiumoxide het vormingsproces versnelt. Jaren lang is dat geprobeerd, maar die pogingen leverden weinig op.
Olivijn is een mineraal van magnesiumijzersilicaat dat veel op aarde voorkomt. Als water onder hoge druk in contact komt met olivijn, in de diepe oceanen, dan reageert het mineraal met het zuurstof uit water en vormt serpentijn, waarbij waterstof ontstaat. Al tientallen jaren is er gezocht naar een manier die omzetting te versnellen, zonder al te veel succes. Aluminiumoxide bleek het ‘wondermiddel’.
Waterstof wordt een grote toekomst toegedicht als energiedrager, maar waterstof laat zich niet makkelijk (vrij)maken en is dus duur (in geld maar (dus) ook in energietermen). De onderzoekers denken dat de nieuwe methode een stuk goedkoper is dan de huidige via omzetting van methaan (met koolstofdioxide als vervelend bijproduct), door hydrolyse of door verhitting boven de 850°C.
Het onderzoek maakt deel uit van het wereldwijde DCO-programma, een tienjarig onderzoeksproject naar de chemische en andere raadselen van de ‘diepe aarde’. De samenwerking, waar 500 miljoen dollar in omgaat (een kleine € 400 mln), wordt geleid door Robert Hazen van de Carnegiestichting in Washington. “Het is nieuw om experts op het gebied van micro-organismen, vulkanen, mineralen, vloeistofmechanica e.d. bij elkaar te brengen. Normaal communiceren die niet met elkaar. Resultaten uit deze samenwerking geven inzichten die voor DCO niet mogelijk waren.” 90% van de koolstofvoorraad van de aarde zit naar alle waarschijnlijkheid opgesloten of in beweging in de diepe aarde. Daar weten we bar weinig van, terwijl het waarschijnlijk is dat die een grote invloed heeft op wat er aan het oppervlak gebeurt, aldus Hazen.
Bron: Science Daily