Glyfosaat voor bananenplantages verslechtert biodiversiteit bodem

Glyfosaat bevordert verdwijnen inheemse soorten

Glysfosaat verarmt niet alleen de bodembiodiversiteit, aar zorgt ook voor verdringing van imheemse soorten (in dit geval mieren en spinnen) (afb: Meryem El Jaouhari et. al/

Een bananenplantage is misschien niet het beste voorbeeld van een biodivers ecosysteem, maar je moet toch ergens beginnen. Bij het bestuderen van effecten van bestrijdingsmiddelen worden zelden de effecten op grootschalige systemen en over langere periodes bekeken. Onderzoekersters rond Meryem el Jaouhari van de universiteit van Montpellier en collega’s hebben het effect van het populaire maar ook erg omstreden bestrijdingsmiddel glyfosaat op de biodiversiteit in de bodem van bananenplantages bekeken en zagen dat de onkruidbestrijder de diversiteit van het bodemleven aantast, maar ook zorgt voor verdwijnen van inheemse soorten en de opkomst van exoten.
Glyfosaat is wereldwijd een van de meest gebruikte bestrijdingsmiddelen. Het middel wordt ervan verdacht allerlei negatieve effecten op ander leven dan ‘onkruid’ (de mens incluis). De EU heeft onlangs de vergunning voor het gebruik van het middel met tien jaar verlengd ondanks bezwaren van milieuactivisten en ook artsen. Kennelijk is dat wantrouwen niet onterecht want uit dit onderzoek dat de effecten van het gebruik van glyfosaat in bananenplantages op Martinique heeft bekeken blijkt dat bij vier tot vijf keer gebruik van het middel in een jaar de bodembiodiversiteit met 21% vermindert.
De onderzoekersters bekeken het effect op verschillende plantages. Sommige bananenboeren gebruikten geen onkruidbestrijders maar bestreden de onkruiden mechanisch (maaien of verhakselen), sommige gebruikten het middel twee of drie keer per jaar en de zwaarste gebruikers sproeiden vier tot vijf keer per jaar.

El Jaouhari en de haren bekeken vervolgens het voorkomen van ruim honderd ongewervelden in de bodem en moesten een achteruitgang constateren van 21% bij de zwaarste gebruikers. Sommige  soorten ongewervelden verminderden met wel de helft, wat effect zou kunnen hebben op de voedselketen (eten en gegeten worden).

Lastig onderzoek

Het probleem met dit soort onderzoek is dat de onderzoekersters niet alle variabelen (of eigenlijk geen enkele) in de hand hebben. Het is goed mogelijk dat andere variabelen dan het herbicidegebruik de oorzaak zijn van de achteruitgang van de bodembiodiversiteit.
De waarschijnlijkste hypothese zou zijn dat glysfosaat een keten aan gevolgen veroorzaakt door het vernietigen van wat ‘onkruid’ (=planten) wordt genoemd. Daarmee elimineert het middel een belangrijke voedingsbron voor het bodemleven en dat heeft gevolgen voor heel de voedselketen.
Wat de conclusie dat glyfosaat de boosdoener is sterker maakt is dat de biodiversiteit harder achteruit gaat met een vaker gebruik van dat middel. Bij twee, drie keer spuiten daalt de biodiversiteit met gemiddeld 16%. Minder vaak of helemaal niet gebruiken lijkt dan de goede uitweg, maar welk effect heeft dat op de opbrengst?

Het handhaven van biodiversiteit in de bodem is wezenlijk voor de gezondheid daarvan en daarmee van wat die grond aan opbrengst (terug)geeft. De verscheidenheid aan roofinsecten zou bepaalde insectenplagen binnen de perken kunnen houden en daarmee het gebruik van insecticiden verminderen. Ook verwerkt veel bodemleven ook plantenresten, wat weer ten goed komt aan de bodemgezondheid. Ook mieren hebben met hun activiteiten gunstige effecten voor de bodemgesteldheid.
De biodiversiteit is ook, vinden de onderzoekersters een beschermbare waarde op zich. Vele soorten op Martinique komen alleen daar voor. Als die verdwijnen verdwijnen er soorten. Veel natuur is, ook op Martinique, landbouwgrond geworden, waardoor het voortbestaan van die ‘eilandsoorten’ in gevaar komt.

Het gebruik van glyfosaten zou het aantal inheemse soorten verminderen en juist de exotische (niet-inheemse) soorten voordelen bieden, stellen de onderzoekersters. Hoe dat komt is nog niet erg duidelijk. Wellicht dat exoten minder problemen hebben met (het bevolken) van verstoorde ecosystemen.

Oplossingen?

Ze, de onderzoekersters komen ook met oplossingen. Vermindering van glyfosaatgebruik zal al een vooruitgang zijn, maar de echte uitdaging is natuurlijk om voedsel te verbouwen zonder daarmee andere vegetatie te vernietigen. Ploegen is volgens hen in ieder geval niet de oplossing. Ploegen schijnt erg slecht te zijn voor de biodiversiteit in de bodem.

Maaien zou een idee kunnen zijn of zet grazers in. In Guadaloupe, een ander, ook Frans, Caraïbisch eiland, worden schapen gebruikt. Die bemesten in een moeite door de grond. Over het effect van glyfosaat op de oogst hebben de onderzoekersters het niet, wat wel vreemd is. Zijn die maaiende bananenboeren slechter af dan de glyfosaatspuitende?

Bron: Futura-Sciences

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.