De mondiale chemische industrie is een belangrijke verbruiker van fossiele brandstoffen en levert daardoor een grote bijdrage aan de klimaatverandering; Onderzoek van de Curtin-universiteit zou hebben uitgewezen dat die bedrijfstak wat minder milieu- en klimaatverstorend kan worden door de boel te verontreinigen.
Water is eigenlijk geen goed oplosmiddel voor veel reacties waar de chemische mee werkt. Bij veel van die reacties worden organische verbindingen of stroom gebruikt. Veel organische verbindingen lossen slecht op in water waardoor reacties met kunst en vliegwerk moeten worden opgepookt, waardoor de reactieomstandigheden vaak vrij extreem zijn (hoge temperatuur en druk, bijvoorbeeld). Je kunt natuurlijk dan, bijvoorbeeld, organische oplosmiddelen gebruiken, maar die hebben zo weer hun eigen problemen.
Nu hebben Simone Ciampi van de Curtin-universiteit (Aus) en medeonderzoekers geconstateerd dat veel reacties in water kunnen worden opgevoerd door de boel te ‘vervuilen’, door, bijvoorbeeld, waterafstotend materiaal aan elektrodes toe te voegen of een scheut olie in het reactorvat te gieten.
“Dat druist in tegen de algemene wijsheid dat je bijvoorbeeld schone elektrodes moet gebruiken bij elektrolyse “, zegt Ciampi, ‘maar toe we waterafstotende stoffen zoals olie toevoegden zagen we dat de reacties in die gebieden tot zes keer sneller plaats van dan in de ‘schone’ gebieden rond de elektrodes. Zelfs gewone huishoudlijm versnelde de elektrolysereacties met 22%.”
Afstotend
Dat zou volgens medeonderzoeker Harry Rodiguez te maken hebben de afstotingskrachten die er dan ontstaan. “Waterafstotende materiaal wil weg en zal worden aangetrokken door de hydrofobe omgeving zoals olie of lijm.” Ondanks alle problemen lijkt de chemische industrie nog steeds erg aan water als oplosmiddel te hangen, niet op de laatste plaats omdat water ruim beschikbaar is en niet allerlei risico’s met zich meebrengt die organische oplosmiddelen wel hebben zoals brandgevaarlijkheid, giftigheid enz.
Bron: Science Daily