Vraagtekens bij deugdelijkheid klinische proeven

Shanil Ebrahim

Shanil Ebrahim (Stanford-universiteit)

De deugdelijkheid van medicijnen en behandelingswijzen moet in klinische proeven worden aangetoond. Die kunnen worden gewogen door evalueringen of heranalyses. Dat gebeurt erg weinig, maar die weinige die er zijn wijken nogal eens af van de oorspronkelijke studie, zo concludeerden onderzoekers van de Amerikaanse Stanford-universiteit, op basis van de analyses van onderzoekgegevens van evaluaties van klinische proeven. Ze wilden bekijken of een heranalyse van de oorspronkelijke gegevens van klinisch onderzoek effect had op het resultaat of de behandelingsaanbevelingen. Dat zou in 35% van de gevallen (het ging om 37 ‘heranalyses’) inderdaad het geval zijn. Opmerkelijk is dat die heranalyses maar in een klein aantal gevallen (5 van de 37) door onafhankelijke onderzoekers zijn gedaan.

Als het goed is gaat het bij klinisch onderzoek om willekeurig en dubbelblind onderzoek. De proefpersoon weet niet of ie het echte spul krijgt of niet en dat weet ook de onderzoeker niet en wie wat krijgt (placebo of testmedicijn) wordt naar willekeur bepaald. De resultaten van de klinische proeven worden aan de bevoegde medische autoriteiten overhandigd, maar vaak ook in vaktijdschriften gepubliceerd. In die artikelen ontbreken de onderzoeksgegevens en vooral farmabedrijven geven die niet aan derden. Dat maakt het lastig het onderzoek te beoordelen. Stanford-onderzoeker Shanil Ebrahim: “Zonder die gegevens groeit het wantrouwen of die uitkomsten wel geloofwaardig zijn.” Zo pakte een heranalyse van het zogenaamde antigriepmedicijn Tamiflu negatief uit: de effecten waren geringer en de bijwerkingen groter.
De onderzoekers raadpleegden de databank Medline waar 3000 studies waren opgeslagen. Slechts in 37 gevallen werden de onderzoeksgegevens opnieuw geanalyseerd. Soms gebruikten de ‘heranalisten’ andere statistische methodes, soms werden patiënten uitgesloten omdat ze niet een bepaalde criteria voldeden. Het bleek dat in 13 van de 37 gevallen de heranalyse een andere uitkomst opleverde dan het oorspronkelijke onderzoek. Dan ging het om dosering en toepassing en ook over de vraag voor welke patiënten het middel geschikt was.
Ebrahim: “Het is lastig te beoordelen hoe deze veranderingen doorwerken in de medische praktijk en hoe groot het effect is.” Opmerkelijk is ook dat er weinig waardering is voor de heranalyse. Publicaties van heranalyses verschenen in minder gerenommeerde bladen dan het oorspronkelijke onderzoek en zullen daardoor minder snel opgemerkt worden. De onderzoekers maken zich sterk voor het beschikbaar stellen van onderzoeksgegevens van klinische proeven.
In een begeleidend commentaar bij het artikel in JAMA schrijven Eric Peterson (Duke) en Harlan Krumholz (Yale) dat wetenschap openbaar moet zijn en dat repliceren van onderzoek normaal moet worden en niet een uitzondering, zoals nu, maar dat is vaker geroepen. Het lijkt me dat het woord aan de geneesmiddelenautoriteiten is. Die zijn tenslotte gebaat bij een gezonde volksgezondheid, die is gestoeld op deugdelijk medicijnonderzoek.

Bron: bdw

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.