Hazewindmier-mannetjes zijn chimeren. Dat wil zeggen dat ze niet in alle cellen hetzelfde DNA hebben zoals bij zoogdieren en vele andere organismen gebruikelijk is. Ze komen echter uit onbevruchte eitjes, was de gedachte, en zouden dus alleen het erfgoed van de voortbrengster van de eitjes moeten hebben. Die laatste aanname blijkt niet te kloppen, maar anders dan bij veel meercellige organismen is het genoom van de mannetjes geen ‘mengsel’ van het erfgoed van vader en moeder.
De mannetjes van de Anoplolepis gracilipes stelden onderzoekersters al jaren voor een raadsel. De mannetjes dragen dus twee verschillende genomen. Bij de bevruchting ontwikkelen de eitjes zich, afhankelijk van de genetische informatie op de zaadcellen tot een koningin of een werkster. Hoe dat proces in zijn werk gaat hebben de onderzoekers nog niet kunnen achterhalen.
Chimerisme komt in de natuur meer voor zoals bij sommige koraaldiertjes en zeeduivels, maar ook bij mensen en andere zoogdieren komt het wel een enkele keer voorkomen als de moeder eigen cellen uitwisselt met de vrucht. Bij de gele gekke mier, zoals het beestje in Enegland genoemd wordt (maar dan, uiteraard, in het Engels), versmelten anders dan bij koraaaldiertjes en (kennelijk) zeeduivels geen versmelting van twee individuen niet tot een exemplaar. Er ontstaat na de bevruchting een enkele (bevruchte) eicel.
“Dat is opmerkelijk”, zegt Hugo Darras van de Johannes Gutrenberguniversiteit in Mainz. Eigenlijk zondigt het diertje tegen fundamentele wet van de erfelijkheidsleer dat alle cellen hetzelfde erfgoed hebben, maar, zoals we gezien hebben, geldt die wet niet algemeen. Daarnaast zit ik dan nog met het probleem: onder welke omstandigheden ontstaan die mannekes dan weer?
Bron: Alpha Galileo