Toen er nog driftig of walvissen gejaagd werd stonden de vinvissen op het punt om uit te sterven. Dankzij het beëindigen van de jacht, alleen Japan en IJsland bleven halsstarrig op walvissen jagen zogenaamd voor wetenschappelijke doeleinden, heeft de vinvisstand rond de Zuidpool zich weer hersteld, zo blijkt uit recent onderzoek. Het kan dus wel.
Vinvissen vormen de grootste familie van baleinwalvissen. Ook de blauwe vinvis met zijn 27 m de grootste walvis behoort tot die familie. Onderzoeksters kwamen een van de grootste scholen vinvissen, zo’n 150 exemplaren, tegen die de laatste jaren zijn waargenomen. “Een van de spectaculairste waarnemingen die ik ooit heb gedaan”, zegt onderzoekster Helena Herr van de universiteit van Hamburg. Zij legde met collega’s de ’terugkeer’ naar hun oorspronkelijke voedselgebieden rond de Zuidpool vast, een glinstering van hoop in een poel van elende van klimaatverandering en de grote uitsterving van de soorten. Volgens Herr toont het herstel van het vinvisbestand aan dat met goed beheer en bescherming de kansen voor een diersoort zijn te verbeteren.
Walvisjacht
Dat beeld was in een groot deel van de twintigste eeuw wat de walvissen betreft inktzwart. Tussen 1904 en 1976 zouden walvisjagers ruim 725 000 vinvissen hebben gedood, waardoor hun aantal werd gecentimeerd tot 1% van het oorspronkelijke bestand in de oceanen rond Antarctica. In 1982 kwamen landen na een lange voorgeschiedenis overeen de walvisjacht te staken.
Jaren later zagen onderzoekers dat het aantal vinvissen steeg. Dat zagen ook Herr en haar collega’s in 2013 toen ze, per ongeluk want op zoek naar een ander type walvis, in de contreien rond de Zuidpool onderzoek deden. Toen besloten ze geld te zoeken om die waarneming wetenschappelijk te kunnen bevestigen. Tijdens onderzoek in 2018 en 2019 namen ze zo’n honderd groepen waar, variërend van een enkele vinvis tot een stuk of vier. Ze zagen ook acht grote groepen van tot 150 vinvissen die samenkwamen om te eten. Volgens walvisonderzoekers geldt dat herstel niet voor alle walvissen. Vinvissen zouden erg succesvol zijn.
Het herstel van, althans een deel van, de walsvissoorten zou ook goed zijn voor het hele ecosysteem. Baleinwalvissen voeden zich met krill. Daardoor scheiden ze ijzer af, dat in die kleine beestjes zit. Dat is weer goed voor de groei van plankton, micro-organismen die kooldioxide gebruiken in de fotosynthese, die onderdeel uitmaken van de voedselketen. De aanwezigheid en activiteiten van de walvissen hebben ook positieve effecten voor andere diersoorten zoals zeehonden en zeevogels. Kortom een winwinwin-situatie, stellen de onderzoekers.
Bron: New York Times