Al jaren roepen ze in Amerika, het verreweg dikste land van de wereld, dat vraatzucht geen karakterzwakte is maar een erfelijke ziekte. Met andere woorden: ze kunnen er niks aan doen. Als dat zo is dan is het lastig te verklaren dat er in het ene welvarende land veel minder vetzuchtigen zijn dan in het andere. Gedrag en dieet doen er wel degelijk toe, laat (weer eens) een recent onderzoek zien, maar voor een deel (zo’n 20%) zijn inderdaad de genen de schuld. Die genen veranderen de eetlust.
Opmerkelijk het artikel in Nature is dat er honderden namen van auteurs bij staan. Dat komt misschien om dat het over een studie gaat met maar liefst 339 224 proefpersonen uit het zogeheten GIANT-project. Die honderden onderzoekers lokaliseerden 97 genvarianten die iets van doen hadden met overgewicht, waarvan vele iets te maken hebben met de regulering van de eetlust in de hersens. “We verwachtten niet in verband met obesitas dat tegen te komen. Terugkijkend is het niet verwonderlijk dat eetlust en vertering een belangrijke rol spelen”, zegt Elizabeth Speliotes van de universiteit van Michigan, een van de honderden onderzoekers. Je zou kunnen zeggen dat sommige mensen daardoor gevoeliger zijn voor eetverslaving dan anderen. Uit het onderzoek zo ook naar voren zijn gekomen welke genetische varianten (mutaties) bijdragen aan een verhoogde kans op vraatzucht, die, merkwaardigerwijs, bescherming bieden tegen het krijgen van suikerziekte of een hartaandoening, zodat te dikke mensen toch gezond kunnen zijn.
Er is niet een enkel gen dat een grote bijdrage levert. Het schijnt wel zo te zijn dat hoe meer afwijkende ‘eetgenen’ iemand heeft, hoe groter de kans dat hij/zij ook overwichtig is. Zo zou iemand met 104 ‘gevaarlijke’ genen door de bank genomen 11 kilo zwaarder zijn dan iemand met 78 risicogenen. Ook dan is eetgewoonte en fysieke belasting een punt. Speliotes stelt dat zelfs mensen met een groot aantal risicogenen prima op gewicht kan zijn. Het ligt nu voor de onderzoekers voor de hand dat er steeds meer middelen zullen worden ontwikkeld die gericht zullen zijn op de vertraging van de stofwisseling om overgewicht te voorkomen. Toch weer de overwichtige als patiënt. In Nederland is zo’n 13% van de mensen zwaar overwichtig, in de VS is dat een op de drie. Waarschijnlijk hebben Nederlanders minder vaak ‘risicogenen’.
Bron: the Guardian