Waarom hebben we medelijden of krimpen we ineen als iemand anders zich in zijnhaar vingers snijdt? Dat zou aan onze spiegelneuronen liggen. Dat is geen menselijk voorrecht. Ook ratten blijken spiegelneuronen te hebben. Als die pijnreacties bij soortgenoten zien worden dezelfde hersencellen als bij mensen geactiveerd. Ratten lijken dus met hun soortgenoten mee te kunnen voelen.
“Ik voel met je mee.” Meegevoel is een belangrijk facet van de mens als sociaal wezen. Als dat meegevoel ontbreekt kunnen mensen gevaarlijk worden. In extremis krijgen we dan de psychopaten die geen idee hebben wat ze hun medemens (of -dier) aandoen. Het idee dat het meegevoel huist in bepaalde hersencellen is geboren bij de ontdekking van de spiegelneuronen. Daarbij ging het overigens niet om gevoelens, maar om motorisch gedrag.
In 1992 toonden onderzoekers aan dat in de hersens van resusaapjes cellen zijn die niet alleen actief worden als het dier een beweging maakt, maar ook als een van zijn soortgenoten die ziet maken. Destijds vermoedden de onderzoekers dat mensen ook dergelijke spiegelneuronen zouden hebben en dat die met meegevoel te maken zouden hebben.
Met allerlei beeldtechnieken is dat vermoeden onderbouwd. Als mensen pijn ondervinden dan wordt een bepaald deel van de hersenschors geactiveerd. Als we zien dat iemand pijn heeft wordt dat gedeelte, de cingulaire cortex, ook geactiveerd. Het idee is dan dat die cingulaire cortex spiegelneuronen bevat die verantwoordelijk zijn voor ons eigen pijngevoel, maar ook als we die bij anderen zien. Of dat klopt is nog maar de vraag. Het is nu nog onmogelijk de activiteit van afzonderlijke hersencellen waar te nemen.
Ratten
Bij ratten schijnt dat, waardoor dan ook, wel mogelijk te zijn en dus besloten Christian Keysers van het Nederlands Herseninstituut in Amsterdam dat bij die knaagdiertjes te onderzoeken. Daarbij werden de onderzoekers in de rug gesteund door eerder onderzoek dat heeft uitgewezen dat ook dieren meevoelend reageren op reacties van soortgenoten.
De onderzoekers legden de activiteit van hersencellen vast terwijl de beestjes bepaalde ervaringen meemaakten. Eerst de reactie op pijn in de poten. Inderdaad werden cellen in de cingulaire cortex geactiveerd. Dat gaat gepaard met typisch rattengedrag: ze verstarren bij pijn.
Ze bekeken ook de hersencellen in reactie op pijn bij soortgenoten. Ook de toekijkers verstarden alsof ze pijn voelden. Dat ging gepaard met de activiteit van precies dezelfde hersencellen die verantwoordelijk zijn voor het pijngevoel. De toekijkende ratten leden mee met de pijnlijder, stellen de onderzoekers.
Om die hypothese te testen onderdrukten ze bij een aantal proefdieren de activiteit van de betreffende cellen. Het gevolg was dat de ratten niet meer verstarden bij het aanzien van pijn bij een soortgenoot. Het meegevoel bleek te kunnen worden uitgeschakeld.
Keysers: “Menselijkerwijs gesproken hebben we dan met psychopaten te maken. Uit eerder onderzoek blijkt dat psychopaten in dit hersendeel ongewone activiteiten hebben, die, vermoedelijk, te maken hebben met de ontwikkeling van meegevoel.” Dat werpt volgens hem nieuw licht op het fundament van meegevoel en op psychopathie. “Bovendien wordt duidelijk dat meegevoel diep in de evolutie verankerd is. Wij delen die met ratten. Ratten gelden niet als dieren met een hoge moraal, maar eigenlijk kun je het als compliment opvatten om een rat genoemd te worden.”
Bron: bdw