Kankercellen groeien ongebreideld en hebben dus grote honger. Kankercellen in de alvleesklier hebben een bijzondere manier om hun honger te stillen. Ze gebruiken hulpbronnen. Op de een of andere manier krijgen ze bepaalde cellen in de tumor ‘zo gek’ om ze van alternatief voedsel te voorzien, zo constateerden Amerikaanse onderzoekers bij muizen. Bij alvleesklierkanker zijn de tumorcellen in staat aan hun ‘eten’ te komen zonder dat er voldoende aanvoer van zuurstof en glucose is. Als die mogelijkheid geblokkeerd werd groeiden de alvleeskliertumoren bij muizen niet meer.
Die steuncellen in de alvleesklier krijgen een seintje van de kankercellen. Dat leidt er toe dat die cellen eigen delen afbreken in moleculaire ‘bouwblokken’ zoals aminozuren (de bouwstenen van de eiwitten). Een van die aminozuren is alanine en de kankercellen gebruikten dat aminozuur als brandstof in plaats van glucose. “Ons onderzoek levert meer bewijs dat alvleesklierkankers niet alleen brandstof anders gebruiken dan andere kankersoorten maar ook succesvoller zijn in het vinden ervan”, zegt onderzoeker Alec Kimmelman van de universiteit van New York. “Dit onderzoek laat ook zien dat er een dialoog is tussen kankercellen en die steuncellen. Als je dat weet zou dat iets kunnen betekenen voor het ontwikkelen van medicijnen die de verbazingwekkende metabole flexibiliteit van de kankercellen zouden kunnen verstoren.”
Voedselarm
Kankercellen in de alvleesklier groeien in een omgeving met weinig voedingsstoffen. De onderzoekers wilden bekijken of die steuncellen, ook wel stercellen genoemd, voor voedsel zouden kunnen zorgen. Het bleek dat stofwisselingsproducten van die steuncellen worden gebruikt door kankercellen. Van de ongeveer tweehonderd stofwisselingsproducten die die steuncellen afscheiden bleek alleen het aminozuur alanine te zorgen voor een verhoogde activiteit van de mitochondriën (de ‘krachtcentrales’ van van cellen) van de kankercellen.
De onderzoekers ontdekten ook dat de kankercellen door het afscheiden van een nog onbekend signaalmolecuul de steuncellen aanzet tot autofagie, het afbreken van celonderdelen in moleculaire bouwstenen. Als de onderzoekers met genetische manipulatie die autofagie blokkeerden, dan stokte de productie van alanine en groeide de tumor bij muizen niet meer.
Eerder onderzoek aan de universiteit van New York onder leiding van Dafna Bar-Sagi had uitgewezen dat kankercellen blaasjes vormen op het membraan waarmee passerende eiwitten worden gevangen, een proces dat macropinocytose wordt genoemd. Bar Sagi en Kimmelman bekijken nu of macropinocytose en autofagie ‘samenwerken’ om eiwitten en lipiden te ‘vangen’ voor hongerige kankercellen. “Er zijn al klinische proeven gaande die het middel HCQ (hydroxychloroquine; as) die beide processen verstoort”, zegt Kimmelman.
Bron: Science Daily