Rook van natuurbranden absorbeert veel minder energie (= warmte) dan volgens klimaatmodellen aangenomen..
Het lijkt er op dat natuurbranden ook een afkoelend effect hebben op het klimaat. De rook die daarbij ontstaat zou, volgens onderzoekers, voor meer afkoeling zorgen in de atmosfeer dan door klimaatmodellen in het algemeen wordt aangenomen. De onderzoekers gebruikten eigen en andermans waarnemingen en vergeleken die met uitkomsten van verschillende klimaatmodellen.
Hoe rook en roet er uitzien in de atmosfeer is afhankelijk van wat er in de fik staat. “We vonden dat veel klimaatmodellen de aërosolen of rook donkerder voorstelden of meer licht lieten absorberen dan we in de waarnemingen zagen”, zegt Hunter Brown. “Dat heeft gevolgen voor de voorspellingen die die modellen geven.”
De onderzoekers keken naar gegevens over branden in Afrika, Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië naast die in boreale (gematigder) gebieden, de plaatsen waar de meeste natuurbranden plaatsvinden. Brown: “Als we die waarnemingen vergelijken met de simulaties door een aantal klimaatmodellen dan is de lichtabsorptie van rook in de meeste modellen veel groter dan in de waarnemingen. Dat betekent dat volgens deze modellen veel meer energie van de zon wordt opgenomen door de atmosfeer dan waarnemingen rechtvaardigen. Daaruit blijkt dat rook minder energie absorbeert en als verkoelend effect juist licht verstrooit terug de ruimte in.”
Hoe die rookdeeltjes in de atmosfeer werken is afhankelijk van wat er in de brand staat en ook van het klimaat ter plaatse. In het algemeen kan gezegd worden dat branden in droge graslanden in Afrika en Australië veel donkerder rook ontwikkelen dat meer energie absorbeert terwijl branden in koelere en nattere boreale omgeving in het noorden van Amerika en Azië lichtere, minder absorberende rook geven.
Verbeteringen
Nadat de onderzoekers de modellen navenant hadden aangepast, bleven de uitkomsten van de rekenmodellen voor natuurbranden in Afrika nog steeds nog steeds een te hoge absorptie voorspellen (in vergelijking met de waarnemingen). Volgens Brown zou dat kunnen liggen aan vereenvoudigingen van de ontwikkeling van de rookdeeltjes in de tijd of doordat er te weinig waarnemingen zijn in dit deel van de wereld.
“We konden de discrepanties tussen de modellen en de waarnemingen achterhalen in de manier waarop die afzonderlijke deeltjes worden voorgesteld. Als we de variabelen als grootte en mengsels van verschillende soorten biomassa aanpasten dan verbeterden de resultaten aanzienlijk.” Volgens Brown verkleint dit soort onderzoek de onzekerheid over de uitkomsten van klimaatmodellen.
Bron: Science Daily