Het lijkt er op dat er een effectief middel is ter bestrijding van de ebolabesmetting of zelfs twee. In een klinische proef zou 90% van de ebolagevallen met succes zijn behandeld me twee experimentele medicijnen, aangeduid met REGN-EB3 en mAb114. De klinische proef, uitgevoerd in Congo, bleek zo succesvol dat die vroegtijdig werd afgebroken. Tot nu toe zijn in Congo 2800 mensen besmet door het ebolavirus, waarvan er inmiddels 1900 zijn overleden.
Aan de klinische proef, die in november begon, deden 700 ebolapatiënten mee. Van de met REGN-EB3 behandelde patiënten overleed 6%, van de met mAb114 behandelde patiënten stierf uiteindelijk 11%. Zonder behandeling overlijdt een groot deel van de besmetten (de helft tot driekwart). “90% van de patiënten was na behandeling genezen”, zei Anthony Fauci van het Amerikaanse instituut van allergie en infectieziektes die het onderzoek leidde, dat gecoördineerd wordt door de wereldgezondheidsorganisatie (WGO).
Antilichamen
Beide medicijnen zijn (monklonale) antilichamen, een onderdeel van het afweersysteem dat micro-organismen aanpakt, maar ook in het lab kan worden gesynthetiseerd (zoals deze twee). Die moleculen binden zich aan het virusmembraan en voorkomen daarmee dat het virus cellen binnendringt.
Er werden in de proef nog twee andere medicijnen getest, maar die waren minder effectief. Daaronder ook Zmapp dat ooit de grote hoop was. Alle patiënten kregen de keus over te stappen op de twee succesvolle antilichamen. De hoop is dat met de komst van deze antilichamen ebola zijn dodelijk dreiging verliest.
MAB114 is een kopie van een antilichaam dat werd gevonden in een ebolaoverlever uit 1995. Het antilichaam was al getest op apen. Het resultaat bij apen was 100%. De dieren overleefden zelfs een besmetting als de behandeling pas vijf dagen later werd begonnen. Bij mensen overleefden 89% als de behandeling enkele dagen na de besmetting werd gestart. Bij REGN-EB3, dat schijnt een hussel van antilichamen te zijn, was het slaagpercentage zelfs 94%. Dat verschil zou statistisch niet ‘betekenisvol’ zijn. Bij de twee andere geteste middelen overleed eenderde en een kwart van de behandelde ebolapatiënten. Wie welke middelen kreeg werd bepaald door het toeval. De deelname aan de klinische proef was vrijwillig.
Een probleem bij de behandeling van de patiënten in Congo is het wantrouwen van de bevolking. De besmetting zou een smoesje zijn en artsen zouden bloed en lichaamsdelen stelen om er hekserij mee te bedrijven. Verschillende behandelcentra zijn aangevallen. Een en ander moet natuurlijk ook gezien worden tegen de achtergrond van oorlog en chaos die het immense land al jaren kwellen. Onderzoekers denken dat het resultaat zal zorgen voor het broodnodige vertrouwen om zo de epidemie effectief te kunnen bestrijden.
Inentingen
De antilichaambehandeling is niet de enige therapie waarmee ebola wordt bestreden. Sedert augustus vorig jaar is er een ebolavaccin, rVSV-ZEBOV-GP. Dat wordt gebruikt om mensen uit de omgeving van besmette personen te beschermen. Het vaccin zou officieel nog niet zijn toegelaten, maar schijnt 97,5% effectief te zijn. Het vaccin lijkt ook de overlevingskansen van besmetten te vergroten.
Overigens zijn er nog helemaal geen ebolamedicijnen die officieel zijn toegelaten. De WGO besloot daarom in 2014 dat het ethisch verantwoord is om veelbelovende experimentele middelen in te zetten, vooropgesteld, uiteraard, dat de patiënten daar mee instemmen. De resultaten van de klinische proef zijn nog voorlopig. Het definitieve verslag zal over enkele maanden oworden afgerond.
Bronnen: New Scientist, der Spiegel