Waarom noemen we een pot een pot en waarom een steen een steen? Taalkundigen zijn er altijd vanuit gegaan dat woorden toevallig ontstaan zijn. Onderzoekers van het Duitse Max Planck-instituut voor wiskunde in de natuurwetenschappen zijn na een analyse van klanken en zo’n veertig woorden in 4000 talen tot een andere gevolgtrekking gekomen. Klank en betekenis zouden wel degelijk iets met elkaar te maken hebben.
“Voor soortgelijke zaken worden in verschillende talen vaak geheel verschillende klanken gebruikt”, zegt onderzoeker Damián Blasi van het Max-Planck-instituut in Leipzig. Zo is vogel in het Russisch ptitsa, in het Swahili ndege en in het Japans tori. Daartussen zijn weinig overeenkomsten aan te geven. Mede door die verscheidenheid zijn taalkundigen er van uitgegaan dat klank en betekenis weinig met elkaar te maken hebben. Woorden zouden geheel toevallig ontstaan zijn.
Er zijn ook uitzonderingen zoals moeder. In veel talen begint het lokale woord voor moeder met een m. Daar komt bij dat sommige klanken beelden oproepen. Een voorbeeld daarvan is het zogeheten het bouba-kiki-effect. Olifanten zijn volgens mensen bouba’s en vogels kiki’s. Niemand wil het omgekeerde. Het schijnen allebei fantasiewoorden te zijn.
Het idee is dat de a en de o met grote dingen worden geassocieerd en de e en i met kleine. Buiten deze enkele voorbeelden leek er toch echt weinig samenhang tussen klank en betekenis te zijn door alle talen heen.
De onderzoekers analyseerden klanken en woorden in zo’n 4000 talen, ongeveer tweederde van alle bekende talen. Ze bekeken of zo’n veertig begrippen in al deze talen vaker of minder vaak met bepaalde klanken werden verbonden dan door toeval. “Toen nu toe werd er vooral gekeken naar een bepaalde samenhang of een beperkte steekproef aan talen”, zegt Blasi. “Wij konden door ons uitgebreide databestand, de relaties ruimtelijk indelen en zien hoe die in de tijd veranderen.”
Geen toeval
Klank en betekenis hebben een relatie, vonden de onderzoekers (dus). Voor bepaalde begrippen worden sommige klanken vaker gebruikt dan andere en deze klanken komen zelfs bij geheel verschillende talen voor, vonden de onderzoekers. Blasi: “Vooral voor lichaamsdelen komen sommige klanken in veel talen voor, andere weinig”. Zo begint neus in zeer veel landen met een n. In woorden voor knie komen onevenredig vaak de klanken o, oe, p en k voor. De tong begint in veel talen met een l, zand vaak een s-klank en een a, steen een t. Voor 30 van de 40 bekeken begrippen werden dat soort verbanden ontdekt.
Blasi: “De overeenkomsten zijn gezien het grote aantal mogelijkheden verbazingwekkend.” Waarom die overeenkomsten er zijn is niet duidelijk. Dat kun je ook niet eisen als nog maar net bekend is dát het zo is.
De overeenkomsten zijn niet te verklaren uit de verwantschappen tussen talen en ook niet door de invloed van een (hypothetische) oertaal. “Misschien heeft het iets met onze hersens te maken, met onze manier van communiceren of de signalen die we gebruiken als we leren praten”, speculeert medeonderzoeker Morten Christiansen van de Cornell-universiteit (VS) er op los.
Bron: bdw