(Koeien)melk is volgens een studie uit 2018 drie keer slechter voor het klimaat (dat wil zeggen veroorzaakt drie keer zo veel broeikasgassen) dan ‘melk’ uit plantaardige bronnen zoals noten, soja, hennep en granen. De voedingswaarde van koemelk maakt de keuze voor plantaardig dan toch weer lastig.De aardopwarmingspotentiaal, gemeten in kooldioxide-equivalenten per liter melk, varieert voor koemelk tussen 1,14 voor Australië en Nieuw-Zeeland tot 2,5 voor Afrika (heel Afrika?; as). Dat potentiaal ligt voor uit planten vervaardigde melken van 0,42 voor amandel- en kokosmelk tot 0,75 voor sojamelk. Daar komt bij dat koeienmelk negen keer meer land verbruikt dan plantenmelk. Ook is er voor elke liter koeienmelk 628 l water nodig. Bij amandelmelk is dat nog 371 l, voor rijstmelk 250 l, voor havermelk 48 l en voor sojamelk 28 l.
Je kunt melk van bijna alle noten maken, maar die van amandelen, hazel- en kokosnoten zijn het populairst. Een bijkomend voordeel voor het klimaat is dat deze melken worden gemaakt van boomvruchten, die weer kooldioxide absorberen.
Een alternatief is melk van ‘groenten’ zoals soja of hennep. Sojamelk wordt in China al duizenden jaren gedronken en is tegenwoordig ook redelijk populair bij ons. Hennep is als melkbron vrij nieuw. Alle groenten leggen stikstof vast. Dat betekenen bacteriën in plantenweefsels stikstofverbindingen maken die de bodemvruchtbaarheid vergroten en de noodzaak van (kunst)mest verkleinen. Groentegewassen gaan ook zuinig met water om zeker vergeleken bij amandelen en zuivelmelk.
Soja heeft een slechte naam als ‘vernietiger’ van tropisch regenwoud. Dat heeft te maken met het feit dat soja nu nog vaak wordt verbouwd op verdwenen regenwoudgrond die dan weer dient als veevoer voor (vaak westerse) veehouders. Minder (zuivel)vee betekent dat er ruimte komt voor alternatieve toepassingen van soja.
Hennep
De nieuwe kampioen schijnt hennep te zijn. Uit de zaden kun je olie halen en melk bereiden, maar met vrijwel alle delen van de plant kun je iets nuttigs doen. Je kunt er textielvezels, papier of polymeren van maken. De wortels van de hennepplant dringen diep de aarde in, wat goed is voor de bodemstructuur en het verminderen van schimmels.
De plant is ook vrij ongevoelig voor ziektes, produceert relatief veel schaduw wat het opschieten van ‘onkruid’ tegen gaat. Dat scheelt weer in bestrijdingsmiddelen.
Ook van alle granen valt melk te maken, maar rijst- en havermelk zijn momenteel het populairst. Die vragen echter meer land dan notenmelken. Rijst vraagt veel water en veroorzaakt veel methaan, een notoir broeikasgas. Rijst lijkt dan ook niet echt verkieselijk als bron voor melk.
Dan lijkt haver hogere ogen te gooien vanwege milieuvoordelen. Net als soja wordt ook veel haver voor veevoer verbouwd. Minder vee zou meer haver beschikbaar maken voor, bijvoorbeeld, de melkproductie. Vervelend voor haver is wel dat de verbouwing vaak gepaard gaat met het gebruik van glyfosaatpesticiden. Glyfosaat (het bekendste is Roundup van Monsanto) is in verschillende landen verboden.
Tot zover, een paar, milieu- en klimaataspecten van de verschillende melken. Die alternatieven zijn zonder uitzondering beter voor milieu en klimaat dan (koe)melk. We hebben het niet over toevoegingen calcium, vitamines, smaakstoffen en wat dies meer zij. Die maken het verhaal weer een stuk ingewikkelder.
Voedingwaarde
Wat ik dit verhaal, dat ik overneem van phys.org, deerlijk mis is de voedingswaarde van de verschillende melken. Op dehippevegetarier.nl vond ik de zaken handig bij elkaar gezet door diëtiste Patricia Ploeger. Zij heeft daarbij gekeken naar het calciumgehalte, vitamines B2 en B12 en het eiwitgehalte. Halfvolle melk bevat per 100 ml 3,5 g eiwitten, 120 mg calcium en 0,2 mg B2 Calcium en 0,45 µg B12, alles bijeen goed voor 46 kcal. Aanbevolen hoeveelheid (koe)melk per dag is 450 ml. Van eiwitten zegt Ploeger dat dierlijke eiwitten nuttiger zijn voor mensen omdat daar meer essentiële aminozuren in zitten dan in plantaardige.
Als je de waarden van de verschillende plantmelken bekijkt die Ploeger geeft dan valt op dat van die plantmelken vooral het eiwitgehalte erg laag is: minder dan een 0,5 g/100 ml. Van rijst- en kokosmelk zelf maar 0,1 g. De rest van de waardes zijn ongeveer vergelijkbaar met die van koemelk (halfvol), maar Ploeger gaat dan uit van commercieel verkrijgbare producten (en niet van zelfgemaakte melk).
De diëtiste stelt dan ook dat alleen koe- en schapenmelk volwaardig zijn qua ‘essentiële voedingswaarden’. Er is volgens haar geen volwaardige plantaardige vervanger. Sojamelk komt het dichtst in de buurt wat eiwitwaarde betreft en zou met toegevoegde vitamines en mineralen wel een volwaardige vervanger zijn. Ploeger geeft per 100 ml (commerciële) sojadrank: 31 kcal, 3,3 g eiwit, 0,21 mg vitamine B2, 0,38 µg B12, 120 mg calcium. Dat is dan een sojamelk die verrijkt is.
Hoe groot de waarden zijn van zelfgemaakte plantenmelk kan ze niet zeggen. Aan commerciële kant-en-klare plantaardige melk verkrijgbaar in de winkel wordt veelal vitamine B12, D en calcium toegevoegd zodat die enigszins de voedingswaarde van gewone melk evenaart, stelt ze. Als je voor een plantaardige melk kiest zou je de ontbrekende stoffen elders vandaan moeten halen, raadt ze (heel wijs) aan.
Mijn conclusie is dat ik eens naar andere melken ga kijken, maar pin me er niet op vast (voor even).
Bronnen: phys.org, dehippevegetarier.nl