Al maanden zie ik de naam van het antivirusmiddel remdesivir circuleren in de waanzinnige race naar een werkzaam vaccin/middel tegen het coronavirus. Nu schijnen er van alle kanten succesvolle vaccins te zijn ontwikkeld, maar melden onderzoekers van de universiteit van Cambridge dat remdesivir reuzegoed werkt tegen het coronavirus. Vanwaar dan al die heisa of is dat een vraag van een onnozele? Het gaat over maar om een patiënt, maar wel een bijzondere…
De onderzoekers gaven het middel aan een patiënt met de coronaziekte en een zeldzame afwijking aan het afweersysteem. Ze constateerden een drastische verbetering van de toestand van de patiënt en de verdwijning van het coronavirus.
Zoals gesteld werd al vaker door wetenschappers de hoop op remdesivir gesteld. Dat antivirusmiddel is ontwikkeld voor hepatitis-C en wordt ook getest als middel tegen het ebolavirus. De resultaten van grote klinische proeven met dat middel gaven niet echt uitsluitsel en begin oktober stelde de Wereldgezondheidsorganisatie dat dat middel het sterftecijfer bij coronapatiënten niet noemenswaardig verbeterde. De kwestie zou ingewikkelder liggen en de Cambidgeonderzoekers hebben nu een andere benadering gebruikt om het effect van remdesivir op Covid-2 te bepalen in een (schrijve 1) nauwkeurig onderzochte patiënt.
“Er zijn verschillende studies die de effectiviteit van remdesivir ondersteunen of in twijfel trekken”, zegt James Thaventhiran, “maar diverse daarvan uitgevoerd tijdens de eerste golf waren niet optimaal voor het vaststellen van de antiviruseigenschappen (van remsdesivir; as). Mortaliteit is een combinatie van factoren zoals virale replicatie en vooral de afweerreactie. Een klinische proef waarbij alleen wordt gekeken naar het effect op het sterftecijfer zal geen uitsluitsel geven over de bijdrage van de twee factoren. Dat beperkt ook de mogelijkheid de simpele vraag te beantwoorden: hoe goed werkt remsdesivir als antivirusmiddel?”
Dus gingen de onderzoekers over tot de grondige bestudering van slechts een geval, een eenendertigjarige man met een immuunafwijking waardoor die geen antilichamen kan aanmaken. De man kreeg koorts, hoestte, werd misselijk en gaf over. Op dag 19 werd corona vastgesteld.
De koorts en longontsteking bleven, heel ongebruikelijk, meer dan 30 dagen aanhouden, maar zonder ernstige ademhalingsproblemen te veroorzaken of zich naar andere organen te verspreiden. Volgens de onderzoekers zou dat te maken kunnen hebben met zijn onvermogen om antilichamen aan te maken. Hoewel antilichamen (ook wel antistoffen of immunoglobulines genoemd) de besmetting bestrijden kan hun (over)activiteit ook leiden tot schade aan het lichaam of zelfs ernstige ziektes.
Trumps favoriet
De patiënt werd eerst behandeld met het malariamedicijn hydroxychloroquine, favoriete medicijn van Trump, en azitromycine (een antibioticum). Dat had weinig effect en daarmee werd op dag 34 gestopt. Toen kreeg de patiënt een tiendaagse behandeling met remdesivir. Binnen 36 uur verminderde de koorts en de kortademigheid en stopte misselijkheid en neiging tot braken. De verhoging van de zuurstofverzadiging maakte toediening van zuurstof niet langer nodig.
Deze gunstige ontwikkeling ging gepaard met de vermindering van de spiegel van CRP, een eiwit dat de lever produceert als reactie op een ontsteking. Tegelijkertijd kon er een stijging van het aantal lymfocyten (witte bloedlichaampjes) worden waargenomen en uit longfoto’s was duidelijk dat de ontsteking op de terugtocht was. De patiënt werd op dag 43 ontslagen.
Na een week kwamen koorts, kortademigheid en misselijkheid terug. Op dag 54 werd de man weer opgenomen en kreeg hij zuurstof toegediend. Hij bleek weer positief op de coronaziekte te testen, had longontsteking, de CRP-waardes waren gestegen en het aantal witte bloedlichaampjes gedaald.
Op dag 61 werd voor een tweede keer met een tiendaagse remdesivirkuur begonnen en weer verminderden de symptomen snel. Hij kreeg ook nog een aanvullende plasmabehandeling (?; as) en op dag 73 werd hij weer uit het ziekenhuis ontslagen.
Tijdens de eerste remdesivirkuur bleken de viruswaarden snel te dalen hetgeen werd weerspiegeld door het verdwijnen van de symptomen. Die kwamen echter weer terug na beëindiging van de behandeling. Bij de tweede kuur verdwenen de symptomen nog sneller en bleven ook weg. Op dag 64 had hij geen (detecteerbare) hoeveelheid coronavirussen meer onder de leden.
Antilichamen
Dat de patiënt geen antilichamen kan aanmaken zou er de oorzaak van zijn geweest dat de patiënt de besmetting niet de baas kon worden, stellen de onderzoekers, maar er zijn andere afweermechanismen om dergelijke besmettingen te bestrijden, zoals CD8+-T-cellen (ook wel cytotoxisch cellen genoemd).
Die maakte de man wel degelijk aan en ze reageerden op het speereiwit van het virus, dat dat zijn kroonprofiel geeft (vandaar ook de naam). Hoewel dat onvoldoende is de besmetting onschadelijk te maken hielpen die cellen waarschijnlijk wel mee aan de verwijdering van het virus tijdens de tweede remdesivirbehandeling, denken de onderzoekers.
“De ongebruikelijke situatie van onze patiënt heeft ons een zeldzame inkijk gegeven in de effectiviteit van remdesivir ter behandeling van de coronabesmetting”, zegt medeonderzoeker Nicholas Matheson. “De snelle uitwerking en ook bij herhaling doet vermoeden dat het een erg effectief medicijn kan zijn, in ieder geval voor sommige patiënten.”
De onderzoekers denken dat het antivirusmiddel waarschijnlijk het best zo vroeg mogelijk moet worden toegediend, voordat het virus een totale verwoesting heeft aangericht (al of niet met ‘hulp’ van het eigen afweersysteem). Het onderzoek laat ook zien hoe belangrijk maar soms ook hoe problematisch de rol van antilichamen is in de bescherming tegen besmettingen. “Het feit dat onze patiënt de ziekte niet de baas kon zonder behandeling doet vermoeden dat antilichamen hun bijdrage leveren aan de bestrijding van SARS-Covid-2”, legt (een andere) medeonderzoeker Matthew Buckland uit. “Het ontbreken van antilichamen heeft misschien ook voorkomen dat de ziekte levensbedreigend werd, aangezien hij geen antilichamen had die een schadelijke afweerreactie konden oproepen. Dat betekent wel dat de behandeling op de patiënt moet worden afgestemd afhankelijk van de situatie, bijvoorbeeld of het virus de symptomen veroorzaakt of het afweersysteem.”