Ingenieurs van de universiteit van Californië in Berkeley en van de Stanford-universiteit hebben een radio (zender/ontvanger) ontwikkeld ter grootte van een mier. Dat soort zender/ontvangers zijn er al, bijvoorbeeld voor het volgen van de winkelvoorraad, maar die zenden en ontvangen bij lagere frekwenties uit. Ze kunnen een hoop informatie tegelijkertijd versturen, maar daarvoor hebben ze een relatief grote antenne nodig, die apart gemaakt en met de rest verbonden moet worden. De ‘mierenradio’ gebruikt het 24 gigahertzgebied voor zenden en 60 gigahertz voor zenden. Bij hogere frekwenties kun je met een kleinere antenne toe, die op de radiochip past. Daardoor is ook de hoeveelheid energie die de mierenradio nodig heeft gering. Die haalt het radiootje uit de signalen die het toestelletje ontvangt.
Door die hogere frekwenties is de gegevensoverdracht ook hoog: zo’n drie, vier keer sneller dan je telefoon. Daar staat tegenover dat de hoeveelheid informatie die tegelijkertijd verstuurd kan worden lager is. Ook het bereik is gering: maar een goeie meter. Dat wordt dus ‘serieschakelen’. Dan moet je dus denken aan het internet der dingen: apparaten die met elkaar ‘praten’ en, bijvoorbeeld, bijhouden of de champignons in je koelkast nog eetbaar zijn. Onderzoeker Ali Niknejad: “Deze kleine radio is bedoeld voor een netwerk van apparaten die op elkaar afgestemd moeten zijn.” Dat dat er dan veel moeten zijn is niet zo’n probleem. De mierenradio’s kosten maar een paar centen het stuk. Niknejad werkt nu aan een project voor de Amerikaanse militaire onderzoeksorganisatie DARPA, om deze radiochips in grotere chips te integreren, zodat de koper, in dit geval dus de Amerikaanse overheid, zeker weet dat er niet met de technologie is geknoeid. Een andere toepassing zou een soort productetiket zijn waarmee je, zonder tussenkomst van een cassière, bij de uitgang kan betalen, maar dat soort systemen bestaan natuurlijk al langer. Het wordt mij uit dit Wired-artikel niet duidelijk wat de voordelen van dit mierenradiootje in deze zijn, hoogstwaarschijnlijk, maar dat is speculatie de relatief grote hoeveelheid gegevens die het radiootje kan versturen (en ontvangen). Bij deze toepassing hebben we het waarschijnlijk wel weer over wegwerpelektronica. Zo’n mierenradio is klein, maar vele mieren maken samen een gigantische mierenhoop… Hebben de onderzoekers daar ook naar gekeken?
Bron: Wired