Ebola-besmetting is hardnekkig

Pauline Cafferkey genezen van ebola

Pauline Cafferkey ten tijde van haar ontslag uit het ziekenhuis in Londen in januari 2015. © EPA

Pauline Cafferkey, een verpleegkundige uit Londen, die tien maanden geleden genezen was verklaard van de dodelijke ziekte ebola, is terug in het ziekenhuis. Haar toestand is kritiek, zo verklaarde het Londense Royal Free Hospital. Volgens het ziekenhuis gaat de conditie van de verpleegkundige sterk achteruit. Ze ligt op een geïsoleerde afdeling in het ziekenhuis. Naar verluidt is ze inmiddels weer hersteld zijn. Uit onderzoek blijkt dat het Ebola-virus erg hardnekkig is. Het dodelijke virus kan zich tot zo’n negen maanden na de, ogenschijnlijke genezing, in zaad verborgen houden. In een geval schijnt de ziekte van een genezen verklaarde overlever overgedragen zijn via geslachtsverkeer.
Cafferkey werd vorig jaar na terugkomst uit Sierra Leone behandeld voor de ziekte ebola. Ze werd in januari ontslagen uit het ziekenhuis, maar kreeg vorige week ineens een terugval. Volgens experts kunnen patiënten die van de ziekte zijn genezen nog jarenlang mentale en fysieke klachten houden, zelfs als het bloed vrij is van het virus.
Hoewel al sinds 1999 bekend is dat sporen van het virus zich nog maanden later kunnen manifesteren in het zaad geeft het jongste onderzoek ondersteuning aan de gedachte dat overlevers een nieuwe epidemie kunnen veroorzaken. Het gaat om twee onderzoeken, gepubliceerd in The New England Journal of Medicine. Een richt zich op een onderzoek onder 100 overlevenden in Sierra Leone, terwijl het tweede gaat over het overdragen van de besmetting door geslachtsgemeenschap. In het eerste onderzoek vonden de onderzoekers viraal RNA in bijna al het zaad van de mannelijke proefpersonen. Naarmate de tijd tussen de oorspronkelijke besmetting en het nemen van het zaadmonster groter was daalde de waarschijnlijkheid viraal RNA in het zaad aan te treffen, maar bij zeven tot negen maanden later werd dat RNA nog bij ongeveer een kwart (11 van de 43) van de overlevers aangetroffen. De aanwezigheid van viraal RNA betekent niet dat die personen meteen een besmettingsbron zijn als ze geslachtelijke gemeenschap hebben. Er zou geen afdoende bewijs zijn dat de besmetting via seksuele handelingen is over te dragen, stellen de onderzoekers uit, onder meer, Sierra Leone.

In het tweede onderzoek gaat het juist over die seksuele overdraagbaarheid. Een 44-jarige vrouw uit het district Montserrado in Liberia kreeg op 20 maart de diagnose ebola en stierf een week later. Er was in het land geen geval van ebola bekend in de voorgaande dertig dagen en er was geen duidelijke besmettingsbron, maar bekend was dat ze op 7 maart (onbeschermde) gemeenschap had gehad met een ebola-overlever. De man had het virus in september 2014 gekregen en was na behandeling begin oktober virusvrij verklaard. Het zaadmonster van de man, genomen in maart 2015, leverde een positieve test op ebola op. De virusgenomen van de overledene en de overlever waren vrijwel identiek (op een basepaar na). Overdracht, zo lijkt de conclusie, al gaat het hier slechts om een enkel geval. Hoe dan ook: de wereldgezondheidsorganisatie WHO heeft haar advies aan overlevers veranderd nadat gebleken was dat het virus nogal hardnekkig was. Nu lijkt het wijs dat overlevers zeker de eerste zes maanden alleen beschermde seks hebben, tot zaadmonsters het sein veilig geven.
Het ebola-virus blijft de medische wereld verbazen. Dat komt voor een niet gering deel doordat het virus tot op heden nog niet zo’n uitbraak heeft gekend als die in West-Afrika. Volgens de WHO  zijn er voor de tweede week op rij geen nieuwe ebola-gevallen in West-Afrika geconstateerd.

Bronnen: de Volkskrant, Science

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.