De Siberische klappersprinkhaan is de opvallendste maar meteen ook zeldzaamste sprinkhaansoort in Midden-Europa. In het leefgebied van deze sprinkhaan zorgt water voor veel dynamiek. “Het kan zijn dat de aanpassing aan die veranderlijke omstandigheden de genetische variatie en daarmee de grootte van het genoom heeft beïnvloed”, zegt Oliver Hawlitschek. “Tegelijk zien we ook als we dat met mensen vergelijken dat niet de grootte van het genoom de complexiteit van een organisme bepaalt.”
Voorlopig is de veronderstelling van Hawlitschek alleen nog maar een hypothese over hoe het komt dat sommige sprinkhaansoorten zo’n groot genoom hebben. Meestal zijn de DNA-moleculen van insecten aan de korte kant. Dat van een fruitvliegje, bijvoorbeeld, is maar eenzesde van de lengte van het genoom van een mens.
Verschil
Er zit nogal wat verschil in de groottes van de verschillende diersoorten. Zelfs bij nauw verwante soorten kunnen die nog behoorlijk verschillen. Voorlopig tasten wetenschappers op dit punt nog volledig in het duister. Dat heeft ook te maken met de schaarste aan deugdelijke cijfers. Zo zijn er meer dan eenmiljoen insectensoorten, maar is pas van iets meer dan 1300 insecten het genoom de grootte (massa) bepaald. Vooralsnog zijn de sprinkhanen de recordhouders van de grootste genomen, met de klappersprinkhaan als recordhouder.
Bron: idw-online.de