Een algenvirus zou er aan kunnen bijdragen dat de aardopwarming niet zo heet wordt ‘gegeten’ als die wordt opgediend. Door dat virus sterven algen waardoor heel kleine klakdeeltjes in de atmosfeer terechtkomen. Die zouden de kernen kunnen worden van eaterdruppeltjes en daarmee wolken. Dat is tenminste de veronderstelling van onderzoekers van het Weizmann-instituut in Israël.
Bloei van de eencellige alg Emiliania huxleyi kan duizenden vierkante kilometers oceaan bedekken. Die fotosynthetische micro-organismen vormen (mede) de basis van de voedselketen in de oceanen en zeeën. Veel van die eencelligen hebben een skelet van calciumcarbonaat (coccolieten). Als die organismen sterven dan vallen die skeletjes uit elkaar. Het meeste zakt naar de bodem, maar een deel daarvan zou in de atmosfeer terechtkomen.
Daar veroorzaken ze hei (waas) maar ze vormen ook condensatiekerntjes waarop water condenseert, stelt onderzoekster Miri Trainic. Welke rol coccolieten en andere biologische resten in wolkvorming spelen is nog steeds grotendeels onbekend.
Virussen
Organismen als E. huxleyi sterven van nature, maar ze kunnen, net als mensen, ten prooi vallen aan virussen. Om te kijken hoe het aantal coccolieten in de atmosfeer over de tijd kan veranderen tiegen Trainic en de haren naar het lab. Het E. huxleyi-virus (EhV) zpu invloed kunnen hebben op het aantal coccolieten in de lucht, dachten ze.
In tanks met zeewater zaten er zo’n 20 miljoen coccolieten per milliliter. Vijf dagen nadat de tank was besmet met het Eh-virus was het aantal kalkdeeltjes in het water verdrievoudigd, maar in de lucht boven de tank vertienvoudigd.
De onderzoekers denken dat die coccolieten een grote rol kunnen spelen in de wolkvorming. Omdat de kalkdeeltjes weinig neiging hebben naar de aarde terug te keren, kan het aantal coccolieten in de atmosfeer ook sterk groeien. Zoutdeeltjes in de atmosfeer vallen veel sneller (25x) terug.
Misschien minder wolken
“Die deeltjes hebben een een groot oppervlak waarop water kan condenseren”, zegt atmosferisch chemica Patricia Quinn van het Amerikaanse instituut voor oceanografie en atmosfeer NOAA. Toch is het volgens haar niet uitgesloten dat de coccolieten atrmosferische chemie veranderen. Zo kan calciumcarbonaat reageren met dimethylsulfide dat door de E. huxleyi-algen en andere zeeorganismen wordt geproduceerd. Daardoor verdwijnt die kalk weer uit de atmosfeer. Dat proces zou zelfs de wolkvorming door deeltjes in de atmosfeer kunnen verminderen.
Dan is het verhaal juist negatief voor wat betreft de wolkvorming. Quinn: “Het onderzoek is een goede eerste stap. Nu moeten de onderzoekers het ‘veld’ in en gaan kijken wat er echt gebeurt.” Trainic zegt dat zij en haar medeonderzoekers precies dat van plan zijn. Doelwit vormen de wateren rond Noorwegen, waar de E. huxleyi-algen vrij veel voorkomen.
Bron: Science