Sport een paar uur na leren zou goed zijn voor het onthouden van het geleerde
Weer zoiets waarvan je je afvraagt hoe die onderzoekers daar op komen. Waarom zou je het verband onderzoeken tussen het onthouden van het geleerde en een sportieve actie enkele uren later? Toch hebben onderzoekers van de Radbouduniversiteit in Nijmegen dat gedaan en zijn tot de conclusie gekomen dat een vertraagde actieve ‘uitspatting’ na het leren goed is voor het onthouden van het geleerde.
Sport is goed voor geest en lijf, is de gedachte, maar helpt sport ook het geleerde beter op te slaan? schijnt onderzoeker Guillén Fernández zich te hebben afgevraagd. Zijn 72 proefpersonen, ongetwijfeld allemaal studenten, moesten in 40 minuten 90 beeld/plaatscombinaties in hun hoofd stampen. Daarna werd de groep in drieën verdeeld: de ene was niet actief, de tweede meteen na de leersessie en de derde vier uur later. Die twee laatste groepen trapten 35 minuten op een (stationaire) fiets op 80% van hun maximale hartfrekwentie. Vervolgens gingen de studenten naar huis en kwamen twee dagen later weer terug om te worden overhoord. Daarbij werd ook hun hersenactiviteit gemeten met behulp van functionele magneetresonantietomografie (fMRT).
De uitslag hebben we natuurlijk al verklapt. Groep 1 en 2 scoorden gelijk, terwijl groep 3 (de ‘vertraagden’) zich de meeste combinaties konden herinneren. De fMRT-opnames gaven bij groep 3 ook een beeld van de hippocampus waaruit meer zekerheid zou blijken. De hippocampus wordt verantwoordelijk geacht in onze hersens voor leer- en geheugenfuncties.
Waarom sport na enige uren een positief effect heeft op het onthouden van het geleerde is duister. De onderzoekers speculeren over de samenhang met signaalstoffen als dopamine en noradreline, de zogeheten catecholamines. Uit dierproeven zou zijn gebleken dat die stoffen zijn betrokken bij het vastleggen van herinneringen. Het is ook bekend dat de productie van catecholamines door sport stijgt. Waarom dan een vertraging belangrijk is voor het beter onthouden is daarmee nog steeds niet duidelijk. Daar gaan Fernández met zijnen verder naar op zoek.
Overigens lijkt me een onderzoeksgroep van 72 studenten, die je in drieën deelt, wel erg klein om al te veel conclusies aan op te hangen. Laat hem eens 600 mensen uit een stadion plukken en ze in tien groepen verdelen: geen, meteen erna, een uur later enz. Ik hoor de uitslag daarvan nog wel.
Bron: bdw