Tijdens de zwangerschap veranderen ook de hersenen. Dat blijkt uit een onderzoek op basis van herhaalde hersenscans van één (aanstaande of nieuwe) moeder voor, tijdens en na de zwangerschap. Daaruit blijkt dat de grijze stof (de hersencellen) vanaf de negende week van de zwangerschap krimpt, terwijl het volume van de witte stof, de verbindingen tussen de zenuwcellen, toeneemt. Sommige veranderingen verdwijnen enkele maanden na het einde van de zwangerschap, terwijl andere bij het laatste onderzoek twee jaar na de geboorte nog steeds waarneembaar waren.
85% van de vrouwen wordt tijdens hun leven minstens één keer zwanger. Tijdens de zwangerschap ondergaat het lichaam aanzienlijke veranderingen om de ontwikkeling van de vrucht te ondersteunen en de geboorte te vergemakkelijken. Het bloedplasmavolume, de stofwisseling en het zuurstofverbruik nemen toe, het afweersysteem past zich aan en de spieren en verbindingen van het bekken worden losser. Deze veranderingen worden gestuurd door zwangerschapshormonen zoals oestrogeen en progesteron.
Die hormonen zorgen ook voor een stevige herstructurering van het centrale zenuwstelsel (hersen & ruggenmerg), maar tot nu toe was niet goed bekend wat daar gebeurde. Eerder onderzoek had al wel aan getoond dat de hersens van kinderloze vrouwen en van moeders verschillen.
“We wilden die veranderingen tijdens de zwangerschap onderzoeken”, stelt Laura Pritschet van de universiteit van Calfornië in Santa Barbara. Haar co-auteur Elizabeth Chrastil van de universiteit van Californië in Irvine was de (enige) proefpersoon. De onderzoeksters maakten met mri opnames van de hersens tot twee jaar na de geboorte van het kind.
Het volume van de grijze stof en de hersenschors nam duidelijk af vanaf de negende weeg na de bevruchting (in dit geval met behulp van kunstmatige inseminatie), als de aanmaak van oestrogeen en progesteron sterk toeneemt. De onderzoeksters stellen dat dat niet per se negatief is, maar eerder een ‘verfijning’ van de hersens als voorbereiding op het ouderschap. De verbindingen tussen de hersencellen neemt tegelijkertijd toe evenals de ventrikels (met vocht gevulde ruimtes) en de hoeveelheid hersenvocht.
Tijdelijk
Bij de proefpersoon waren die laatste veranderingen tijdelijk. De vermindering van de grijze stof zou permanent (kunnen) zijn, zelfs twee jaar na de geboorte nog zichtbaar op mri-opnames.
De onderzoeksters trekken een vergelijking met de ontwikkeling van de hersens van pubers. Hersens zouden gehermodelleerd worden om de persoon in kwestie ‘rijp’ te maken voor een nieuwe levensfase, is hun veronderstelling, met dat verschil dat dat bij zwangere vrouwen veel sneller gebeurt. De mijn vraag is waarom Pritschet en co dit onderzoek niet hebben uitgevoerd bij meer dan een proefpersoon of zou dat voor zwangere vrouwen te belastend zijn geweest?
Bron: livescience.com