Veel misvattingen leraren over functioneren van hersens

Jongetje met hersensBlijkens een onderzoek van de universiteit van Bristol (Wales) koesteren veel leraren in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Turkije, China en Griekenland misvattingen over het functioneren van hersens van pubers. Dat geldt ook voor hun opvattingen over de juiste onderwijsinspanningen, over het puberbrein en over leerproblemen die samenhangen met woordblindheid of overactiviteit.  Die misvattingen zouden niet bevorderlijk zijn voor het resultaat van hun onderwijsinspanningen, denken de onderzoekers.De leraren werd gevraagd om een aantal uitspraken met betrekking tot de hersens te beoordelen op juistheid. Een kwart van de leraren in Turkije en het VK geloven dat de hersens van scholieren krimpen als ze minder dan 6 tot 8 glazen water per dag drinken, terwijl rond de helft van de ondervraagde leraren denkt dat maar 10% van de puberhersens actief is en dat kinderen minder geconentreerd zijn als ze suikerrijke drankjes of knabbels genuttigd hebben. Meer dan 70% van alle ondervraagde leraren veronderstelt, ten onrechte, dat een scholier of linkshersenig of rechtshersenig is, in het VK zelfs 91%. Bijna alle leraren (meer dan 90%) denken dat een op de leerling toegesneden onderwijsbenadering (praten, gebaren of visueel) die leerling helpt bij het leren, hoewel daar geen wetenschappelijk bewijs voor is.
De onderzoekers vinden dat er een nauwer contact zou moeten zijn tussen neurowetenschappers en onderwijsgevenden. “Deze ideeën worden vaak gepresenteerd aan leraren alsof ze gebaseerd zijn op onderzoek, maar het wetenschappelijk bewijs ervoor is nooit geleverd”, zegt onderzoeker Paul Howard-Jones. “Die ideeën hebben geen onderwijskundige waarde en lijken vaak de oorzaak van de slechte resultaten in de klas.” Die ideeën worden maar al te graag omarmd, waardoor misvattingen als feiten worden gepresenteerd, stelt de onderzoeker. Die misvattingen zouden ook een goede dialoog tussen neurowetenschappers en leraren in de weg staan. “Hoewel de dialoog op gang komt, verschijnen er nieuwe hersenmythes aan de horizon en oude keren terug in een nieuw jasje.” Er gaat volgens Howard-Jones in die communicatie ook wel eens iets mis, waardoor er bij leraren, bijvoorbeeld, misvattingen ontstaan over hersenplasticiteit waar in het onderwijsbeleid over wordt gepraat.
Het in Nature gepubliceerde artikel geeft gebieden aan waar nieuwe onderzoeksresultaten verkeerd overkomen in het onderwijsveld. Dan gaat het over ideeën over vroegtijdige onderwijsinspanningen, de ontwikkeling van het puberbrein, of de leerproblemen die ontstaan bij dyslexie of ADHD. De onderzoekers houden hoop dat het begrip tussen neurowetenschappers en het onderwijsveld met betrekking tot onderzoeksresultaten verbetert, onder meer via het ‘snel groeiende veld’ van ‘neuroeducatie’. Ik heb dan toch nog steeds het idee dat zo’n probleem aan twee kanten ontstaat. Van dit persbericht kan je makkelijk de indruk krijgen dat neurowetenschappers die leraren maar dom vinden. Dat wil ik niet helemaal uitsluiten, maar van de andere kant lijken die domme wetenschappers hun boodschap kennelijk niet over te kunnen brengen…

Bron: Science Daily

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.