Licht heeft invloed op ons. Het kan stemmingen beïnvloeden en ons afweersysteem oppoken, maar kan licht iets voor Parkinsonpatiënten betekenen? Ik betwijfel het, maar ben natuurlijk een leek op alle fronten, maar ook veel Parkinsononderzoekers zijn skeptisch. In, onder meer, Frankrijk bevinden zich onderzoekers die er wel in geloven. Ze zijn begonnen met een kleine klinische proef met zeven Parkinsonpatiënten, die optische vezels onder hun schedel krijgen geïmplanteerd die nabij-infrarood licht uitstralen op de zwarte kern (substantia nigra) midden in de hersens. Die ir-stralen moeten voorkomen dat hersencellen afsterven. Er is op dat gebied meer activiteit.
De klinische proef onder leiding van hersenchirurg Alim-Louis Benabid van het Clinatecinstituut zou een van de experimenten zijn om er achter te komen of Parkinsonpatiënten baat hebben bij lichttherapie. In Florida is neuropsychologe Dawn Bowers bezig patiënten te werven voor een andere klinische proef met Parkinsonpatiënten. Daarbij worden geen vezels geïmplanteerd. Het nabij-infrarood licht wordt van buitenaf ingestraald.
Er zijn al aanwijzingen dat een lichttherapie baat zou kunnen hebben uit dierproeven en enkele tests bij mensen, maar er heerst vooral skepsis in Parkinsonië. Hoe licht heilzaam zou kunnen zijn, zeker voor cellen diep in de hersens, heeft nog niemand kunnen verklaren. Het is best mogelijk dat de resultaten die tot nu toe zijn waargenomen zijn veroorzaakt door het placebo-effect, denken skeptici. “Het is moeilijk voor dat effect te corrigeren”, zegt neurobioloog David Sulzer van de Columbia-universiteit, redacteur van het blad ‘Parkinson’s Disease‘.
Voorstanders wijzen op de diepe-hersenstimulering, waarbij elektriciteit met een bepaalde frekwentie wordt losgelaten op bepaalde hersendelen bij Parkinsonpatiënten. Die techniek is zo’n dertig jaar geleden ontwikkeld door, onder meer, Benabid, om tremors en andere motorische problemen te behandelen bij Parkinsonpatiënten, ook al is nog lang niet duidelijk hoe dat werkt. De lage-dosislasertherapie bij andere weefsels zou ook een aansporing zijn. In sommige landen worden lasers standaard gebruikt om pijn te behandelen of het wondherstel te versnellen.
Tien jaar geleden begon neuro-anatoom John Mitrofanis van de universiteit van Sydney met proeven nadat hij van een collega had gehoord dat nabij-infrarood netvliescellen beschermt tegen giftige stoffen. In 2012 maakten hij en collega’s uit proeven met muisjes op dat nabij-infrarood licht op de muizenhersentjes de dopaminecellen in de zwarte kern van de diertjes beschermt tegen neurotoxines. Hij nam contact op met Benabid, waarmee hij eerder een jaar lang de diepe-hersenstimulering had bestudeerd. Die zei dat ze een systeem moesten bedenken om het licht vlak bij het van belang zijnde hersengebied te brengen. Licht van buiten de schedel zou nooit zo ver doordringen bij grotere dieren, zoals de mens, dachten ze.
Makaken
Ze injecteerden bij makaken een zenuwgif dat tot Parkinsonverschijnselen leidt bij de beesten. Bij negen daarvan werden de middelste hersens bestraald met nir-licht. Mitrofanis: “Na drie weken bewoog de als eerste behandelde aap alsof er niets mis was. We keken elkaar en omhelsden elkaar.” De met nir-licht behandelde apen kregen minder last van de symptomen dan de onbehandelde groep en het voorkwam het afsterven van 20 tot 60% van de door het gif belaagde hersencellen.
Later maakte hij en collega’s gebruik van een lichthelm voorzien van lichtdiodes. Daardoor veranderde er wel het een en andere bij de behandelde Parkinsonpatiënten, zoals gezichtsexpressie, slaap, betrokkenheid bij gesprekken, maar niet de (gestoorde) motoriek van de patiënten. Er wordt nu een grotere klinische proef voorbereid met 120 proefpersonen en een geavanceerdere lichthelm. Ook Bowers wil iets dergelijks en kijken welk effect de nir-therapie heeft op gedrag en motoriek. Ze wil ook uitzoeken of dat licht effect heeft op de mitochondriën van de hersencellen, maar ze betwijfelt of dat licht door de schedel zoiets teweeg kan brengen. Wat dat betreft ziet ze meer in Benabids aanpak.
Benabid en de zijnen richten zich in hun klinische proeven op patiënten in een vroege fase van de ziekte. Ze gaan die vier jaar lang behandelen en volgen. “Het moet wel een groot effect geven, want zo’n ingrijpende operatie (de implantatie van de optische vezels; as) doe je niet bij een klein effect. Een groot probleem is wel dat Parkinson pas wordt ontdekt als meer dan 50 % van de dopaminecellen zijn verdwenen. “Het gemeten effect zou dan niet meetbaar kunnen zijn”, zegt Sulzer. Toch vindt hij de proef zinnig ook al weet je niet hoe het werkt. Het eigenaardige bij de proefopzet is wel dat de controlegroep niet wordt geopereerd. Niks dubbelblind, dus.
Bron: Science