Tijdens 29e zitting van de Internationale Zeebodemautoriteit (ISA) sloten Oostenrijk, Guatemala, Honduras, Malta en Tuvalu zich aan bij de groep van 32 landen die eerder opriepen tot een preventieve stopzetting, moratorium of verbod op mijnbouwactiviteiten in de oceanen. Het lijkt er op dat steeds meer landen opteren voor tenminste een pas-op-de-plaats met het winnen van mineralen in de oceanen.
De ISA is een zelfstandige, intergouvernementele organisatie, opgericht door het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (UNCLOS), om de rijkdommen van de zeebodem buiten de nationale jurisdicties te beheren. De organisatie heeft 168 lidstaten.
Tijdens de laatste bijeenkomst, gehouden van 29 juli tot 2 augustus in Kingston (Jamaica), werd een voorstel gepresenteerd voor opname in de discussieagenda van een algemeen beleid van de ISA voor de bescherming en het behoud van het mariene milieu. In het document benadrukken Brazilië, Chili, Costa Rica, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Palau, Zwitserland en Vanuatu de verantwoordelijkheid van de ISA om ervoor te zorgen dat activiteiten op de zeebodem worden uitgevoerd in overeenstemming met gezonde natuurbehoudsprincipes, “rekening houdend met de/het voorzorgsaanpak/-principe en gemeenschappelijk erfgoed van de mensheid”.
“Tot op heden is er vrijwel geen informatie of veel wetenschappelijk bewijs over wat de gevolgen [van onderwatermijnbouw; as] zouden kunnen zijn op de diepe oceaan, op het functioneren van de oceaan in het algemeen, op de opslagcapaciteit van de oceaan, op de impact die het zou kunnen hebben op de fauna en op de processen”,
stelt Laura Ramajo, onderzoekster bij het klimaat- en duurzaamheidsonderzoekcentrim in Chili.
Als gevolg van het gebrek aan consensus over deze kwestie uitten verschillende delegaties hun bezorgdheid over het tijdschema, de procedures, de budgettaire gevolgen en de overlap met andere acties die als prioriteiten worden beschouwd, zoals de voorbereiding en goedkeuring van de ontwerpverordeningen voor mijnbouwexploratie. De kwestie was echter niet opgenomen in de volgende ISA-vergadering in juli 2025.
Transparantie
Tijdens de vergadering van de ISA werd Leticia Carvalho (Bra) gekozen tot secretaris-generaal voor de periode van 2025 tot 2028. Tot op heden was ze werkzaam bij het milieuprogramma van de VN. Ze versloeg de Brit Michael Lodge, zittend voorzitter.
Organisaties als de Deep Sea Conservation Coalition (DSCC), Greenpeace en de Blue Ocean Foundation benadrukten de noodzaak van grotere transparantie in het beheer van de ISA. “Wij dringen er bij de nieuwe secretaris-generaal op aan om prioriteit te geven aan het bevorderen van transparantie in het werk van de ISA, onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek en capaciteitsontwikkeling, los van een agenda, om een meer te weten te komen over de diepe oceaan, de diversiteit aan soorten en ecosystemen ervan en de rol die die spelen bij het behoud van de gezondheid van de planeet”, aldus Matthew Gianni, medeoprichter van DSCC.
Zeegeoloog en hoogleraar aan de zuidelijke universiteit van Chili, Sandor Mulsow, stelde dat de nieuwe secretaris-generaal de financiële macht van de mijnindustrie zal moeten weerstaan. Deels zou dat kunnen worden verwezenlijkt door ontwikkelingslanden meer zeggenschap te geven. Mulsow, voorheen hoofd van de afdelingen milieubeheer en mmineralen van de ISA, is van mening dat een moratorium op mijnbouw op de zeebodem op dit moment de eerstaangewezen maatregel is.
Ondertussen wordt onderzoek dat zowel de mogelijke risico’s als het belang van diepzeegebieden aantoont steeds gebruikelijker. Een recente studie heeft tot veler verrassing uitgewezen dat op de bodem bedekt met mineraalknollen in de Stille Oceaan zuurstof ontstaat. Veel ecologen vrezen ook dat diepzeemijnbouw onherstelbare schade aan het leven in de oceanen zal veroorzaken.
Bron: Alpha Galileo