Vrouwelijke huisartsen volgen procedures beter dan mannelijke, hebben onderzoekers van de Canadese universiteit van Montreal uitgeplust. Daarmee worden ze door de onderzoekers als ‘beter’ bestempeld. Daar staat tegenover dat de productiviteit van mannelijke artsen groter is. De onderzoekers kwamen tot die conclusie na het ‘doorzagen’ van 870 huisartsen, waarvan de helft mannen (en dus ook vrouwen), uit de Franstalige provincie Quebec (waarvan Montréal de hoofdstad is) bij de behandeling van oudere suikerpatiënten.
Het is een beetje een rare studie. Gekeken werd of huisartsen procedures van de Canadese diabetesvereniging volgen en dan werd de ‘volgzaamheid’ aangemerkt als goede zorg. De onderzoekers beschouwden artsen als ‘goed’ als ze ‘volgzaam’ waren. Dat lijkt me op zijn minst een discutabel standpunt. “Vrouwen scoren hoger bij het doorlopen van de voorgeschreven procedures. Ze waren eerder bereid dan mannen om de aanbevolen medicijnen voor te schrijven en het voorgeschreven onderzoek te doen”, zegt onderzoekster Valérie Martel.
Zo schrijft de Canadese diabetesvereniging voor dat alle patiënten van 65 en ouder elke twee jaar een oogtest moeten ondergaan. Ze dienen tenminste drie medicijnen te krijgen, inclusief statines, en het is aanbevolen dat ze jaarlijks een volledige medische keuring ondergaan. Omdat van elke medische procedure een handzame omschrijving beschikbaar is, konden onderzoekers ook ‘meten’ of die door de diabetesvereniging gewenste en voorgeschreven handelingen ook werden uitgevoerd.
Dat leverde een verschil tussen mannelijke en vrouwelijke artsen op. Mannen scoorden over de hele linie een paar % lager dan de vrouwen bij het uitvoeren van het gewenste beleid. Ik zou zeggen: niet erg schokkend. Gemiddeld rapporteerden mannelijke dokters bijna 1000 procedures meer per jaar dan vrouwelijke. Dat zal dan wel die hogere productie van mannelijke huisartsen moeten voorstellen, maar als die 1000 het verschil per arts is, dan lijkt me dat knap veel.
Iedereen bedenkt vooraf dat vrouwelijke artsen meer tijd nemen voor hun patiënten en dat het bij de mannelijke dokters om scoren gaat, maar dat is zeer waarschijnlijk een vooroordeel. Martels idee was dat de verschillen met de jaren kleiner zouden worden, maar dat bleek niet het geval te zijn. Bij jonge huisartsen is het verschil het kleinst, dus lijkt het toch een kwestie van tijd te zijn dat de verschillen de wereld uit zijn.
Tja. Martel zegt de kwaliteit van de zorg te hebben willen meten, maar heeft ze dat ook gedaan? Dan zou je toch moeten kijken hoe het die patiënten vergaan is, dankzij of ondanks de procedures? Maar ja, ik ben geen onderzoeker.
Bron: Eurekalert