Ook ik heb lang gedacht dat digitale technieken minder milieubelastend waren dan de oude technieken als papier e.d., maar dat klopt niet zo erg. Ook digitale technieken hebben een, steeds grotere, ecologische voetafdruk. Een groene toekomst is niet per se een digitale toekomst. Wat dat betreft mogen we ook wel wat vraagtekens zetten bij de opkomende rage om overal kunstmatige intelligentie bij te betrekken. Ki vreet energie en dan hebben we het nog niet over de cryptomunten gehad en het geheimzinnige (voor mij dan) muntendelven waar erg veel energie in wordt gestoken.
Toen internet opgang maakte dachten velen (ook ik) dat dat een hoop scheelde aan energieverbruik, maar zo groen zijn die elektronische en digitale technieken niet. Er is volgens onderzoekster Jessica McClean niks inherent groens aan digitale ecosystemen, zoals zij ze noemt. In 2017 werd gemeld
in Nature dat het internetverkeer exponentieel groeit en daarmee ook de kooldioxideuitstoot die vrijkomt bij het opwekken van de benodigde energie. In april vorig jaar werd geschat dat alle datacentra in de wereld zo’n 2% van alle stroom verbruiken en daarmee net zo veel broeikasgassen uitstoten als de luchtvaart. Terwijl over vliegschaamte wordt gesproken (bij een nog steeds stijgende aantal luchtpassagiers) is er niet zoiets als internetschaamte.
Volgens een schatting van de Britse hoogleraar John Naughton zouden die datacentra verantwoordelijk zijn voor de helft van het energieverbruik van digitale ecosystemen. Digitale activiteiten van U, jou en mijzelf zijn goed voor 34% en de industrie voor de rest. Google, altijd weer die goeiige reus, heeft gezegd zijn energievoorziening te vergroenen, maar naast Google zijn er meer.
Ki
Met steeds meer digitaal zal die ecologische voetafdruk van de digitale ecosystemen nog verder groeien. Ook McClean vindt dat we wat dat betreft op ki moeten letten. Het inwerken van een ki-systeem in een probleem kost, ruwweg, net zo veel energie als al het autogebruik van een persoon gedurende haarzijn leven. Dan hebben het nog alleen maar over het inwerken. Ook, ik heb het al genoemd, de cryptomunten zijn dol op energie. Dat komt voor een niet onbelangrijk deel door het delven, waarbij zoveel rekenkracht komt kijken met het daaraan verbonden energieverbruik. Bij Bitcoin gaat er net zoveel energie om als in een land als Oostenrijk of Colombia.
Dan hebben we nog die ‘wolken’ waarin velen hun gegevens opslaan, aan satellieten in de ruimte, kabels onder onze voeten en op de bodem van oceanen. Het internet-der-dingen grijpt ook steeds verder om zich heen tot aan de babyfoon aan toe. Dat ‘radiotoestel’ dat ik tegenwoordig heb wil wel met mijn Apple contact leggen om muziek af te spelen, maar moet daarvoor verbinding met het wereldwijde web hebben. Waarom?
Er zijn manieren om digitaal wat groener te maken. Greenpeace heeft techbedrijven beoordeeld op hun (gebrek aan) ‘groenheid’. Volgens McClean is die informatie belangrijk, maar weinig transparant. Bedrijven laten nooit het achterste van hun tong zien, is haar redenering. Eigenlijk zouden overheden zulke evaluaties moeten maken. Met dergelijke inzichten zouden overheid bedrijven ook kunnen aanzetten tot beter.
Een ander probleem is natuurlijk ons kapitalistische systeem. Dat zegt McClean niet maar ik (=as). Bedrijven als Samsung en Apple produceren om winst te maken en niet voor de duurzaamheid. Het liefst hadden die bedrijven dat je elkaar een nieuwe computer of telefoon kocht. Technisch doen die apparaten het jaren, maar ja, dan zitten die geweldige snufjes er niet op. Wat een gemis! En wij domme consumenten trappen er steeds weer in. En onze digitale apparaten zijn bijna niet meer te repareren. Er zijn mensen bezig die repareerbare apparaten maken, maar wie koopt die suffe dingen?
Bron: phys.org