“Goed bedoeld betekent niet meteen goed gedaan.” Deze volkswijsheid is ook van toepassing op het milieubeleid, want maar al te vaak blijken onbedoelde effecten van een milieumaatregel de oorspronkelijke bedoeling meer dan teniet te doen, ondervonden onderzoekers van, onder meer, de universiteit van Bonn.
Biopolymeren dat klinkt goed en suggereert duurzaamheid en milieuvriendelijkheid. Dat zit nog. Polymeren vervaardigen uit plantaardig materiaal heeft op zich geen nadelige gevolgen voor het klimaat, maar toch kan vervanging van uit aardolie gevormde polymeren door biopolymeren averechts werken.
Dat plantaardig materiaal moet ergens vandaan komen. Dat betekent dat er meer grond nodig is om die grondstoffen te telen. Die (noodzakelijke?) uitbreiding van van de landbouwgrond moet dan ergens gevonden worden en die zou wel eens ten koste kunnen gaan van de immer krimpende natuur. Als er bossen gerooid worden dan zijn er minder bomen om kooldioxide weg te vangen en dat leidt weer tot aardopwarming. Dus toch slecht voor het klimaat.
Ik wil hier wel een kanttekening bij plaatsen. Van de biomassa van voedingsgewassen gebruiken we maar een klein deel. De rest mieteren we weg. Dat zou prima materiaal voor de productie van biomaterialen kunnen zijn, dunkt me.
Dit voorbeeld moet illustreren dat goed bedoelde maatregelen tegen klimaatverandering en voor een beter milieu vaak niet zo uitpakken. “Het is daarom belangrijk we de negatieve effecten vooraf al inschatten”, zegt Jan Börner van de universiteit van Bonn. “We moeten beter begrijpen hoe die negatieve effecten ontstaan en hoe we ze kunnen vermijden. Ons exposé moet daar een bijdrage aan leveren.”
Irrationele
De oorzaak/gevolgrelaties zijn vaak knap ingewikkeld. Gelukkig hebben we dan onze rekenmodellen. Vooropgesteld dat dat goed in elkaar steekt kun je daar aardige voorspellingen mee doen. De vraag is dan wel hoe bouw je een betrouwbaar rekenmodel als je uit onwetendheid belangrijke factoren weglaat?
Het vervelende is ook dat de mens in dit verhaal een grote rol speelt en de diersoort mens staat niet bepaald bekend als een rationeel wezen. Toch denkt Börner dat je met behulp van die rekenmodellen kunt laten zien wat de gevolgen zijn van bepaalde maatregelen en hoe je die (negatieve) gevolgen kunt vermijden.
Een andere complicerende factor is dat de maatregelen effecten op de lange termijn beogen, althans voor mensen lange termijn. Om voor organische grondstoffen over te gaan van aardolie op biomassa is in eerste instantie gunstig voor de broeikasgasuitstoot. Dat betekent echter ook dat een land als Duitsland meer biomassa zal moeten invoeren. Die biomassa zou wel eens kunnen komen van de houtkap van tropische regenwouden.
Wat voor Duitsland geldt, geldt waarschijnlijk ook voor de meeste andere EU-lidstaten. De ecologische voetafdruk van de EU-inwoner is de laatste jaren dan ook toegenomen. Nog extra onrechtvaardig is dat het vaak de arme landen zijn die het gelag betalen.
Börner vindt het wenselijk dat de duurzaamheidsrichtlijnen ook in internationale verdragen zwaar meetellen. “We moeten op wereldniveau praten of iets zowel in economisch als in milieuopzicht efficiënt is om bepaalde producten te produceren. Als daardoor in bepaalde landen markten wegvallen dan moeten we over compensatie gaan nadenken.” Hij vindt het ook weinig zin hebben om in dit opzicht bilaterale afspraken te maken. Hij is voor een bindend, mondiaal milieu- en handelsverdrag.
Bron: Alpha Galileo