Ansel Renner en Mario Giampietro van de UAB denken de achilleshiel van het Europese discours over het ontkolingsbeleid gevonden te hebben. Dat pint zich volgens de onderzoekers te veel vast op structuurveranderingen.
Volgens hen is het hoogst onwaarschijnlijk dat de de energieovergang in de EU zal slagen als niet tegelijkertijd een fundamentele maatschappelijke verandering zal worden doorgevoerd. We zullen ons niet langer moeten afvragen hoe technologieën werken, maar waarvoor ze dienen.
Het is volgens hen, bijvoorbeeld, niet slim te veronderstellen dat de vooruitgang in de fotovoltaïsche energie gekoppeld aan de opkomst van elektrische voertuigen en ‘slimme’ netwerken voldoende zullen zijn voor de ‘ontkoling’ in de nabije toekomst. Er zal volgens de onderzoekers minstens zoveel aandacht moeten worden besteed aan de maatschappelijke begeleiding van die veranderingen die zouden moeten leiden tot ander gedrag: minder (verre) reizen, het delen van voertuigen en woningen (?;as) enzovoort.
“Toen ik student was”, zegt Giampietro, “hadden universiteiten hele afdelingen energetica. Die zijn helaas en jammer voor ons systematisch ontmanteld. Met onze studie proberen we de discussie over decarbonisering op gang te brengen door, geïnspireerd door de energetica, een aantal ‘olifanten in de kamer’ aan te wijzen.” Hun onderzoek moet ook een bijdrage leveren aan het EU-project MAGIC, dat bestuurders moet helpen een weg te vinden in complexe systemen.
Zon en wind
In een andere studie bekeken onderzoekers van, onder meer, het Potsdaminstituut voor klimaatonderzoek (PIK) in Duitsland en het Planbureau voor de Leefomgeving in Nederland hoe die ontkoling technisch het best kan worden aangepakt.De onderzoekers bekeken drie wegen die naar ontkoling van de energieopwekking kunnen leiden. Ze kwamen tot de conclusie dat een systeem dat vooral leunt op wind en zon de meeste voordelen heeft voor de aarde en de gezondheid van mensen. Je verlaten op technische ‘oplossingen’ zoals kooldioxideafvang en combinaties van fossiel en biomassa leiden volgens de onderzoekers tot aanzienlijke milieukosten, terwijl daarvoor grote gebieden nodig zijn met alle negatieve gevolgen voor, onder meer, de biodiversiteit maar zeer waarschijnlijk ook voor de voedselvoorziening.
“De belangrijkste winnaar van de decarbonisering is de menselijke gezondheid”, zegt Gunnar Luderer van het PIK. Voor hun onderzoek bekeken de wetenschappers (dus) drie scenario’s naar de volledige ontkoling van de energievoorziening in 2050: een die vooral steunt op wind- en zon, een tweede die het moet hebben van kooldioxideafvang en -opslag in combinatie met fossiele brandstoffen en biomassa en een derde met een gemengde technologieportfolio.
In alle scenario’s zal het landverbruik toenemen, verreweg het meest door toepassing van bioenergie. “Per kilowattuur heb je voor bioenergie honderd keer zo veel oppervlak nodig als voor zonne-energie”, zegt Alexander Popp van het PIK. “Land is een eindige bron. Gegeven de nog steeds stijgende wereldbevolking zal er een groeiende behoefte zijn aan energie en aan voedsel. Ons onderzoek helpt de ontwikkelingen in de juiste proporties te zien.”
Luderer: “Ons onderzoek levert goede argumenten voor een snelle overgang naar een duurzame energieopwekking, maar dat betekent wel dat we van fossiel naar een groter verbruik van land en mineralen zullen gaan. Slimme keuzes moeten de effecten van die nieuwe behoefte op de natuur, de voedselvoorziening en zelfs de geopolitek zoveel mogelijk beperken.” Je zou zeggen dat Luderer en de zijnen eens zouden moeten gaan praten met de UAB-onderzoekers.
Bronnen: Alpha Galileo, EurekAlert