De ziekte van Alzheimer wordt geassocieerd met amyloïde plaques, maar niet iedereen met die plaques in de hersens krijgt die ziekte. Al lang vragen onderzoekers zich af hoe dat komt. Onderzoekers van het MIT in Cambridge (Mass.) rond Bruce Yankner hebben mogelijk de sleutel van het raadsel gevonden; een eiwit dat aangeduid wordt met REST, dat normaal vooral actief is in de zich ontwikkelende hersens van ongeboren vruchten.
Een falende geheugen en andere problemen die samenhangen met de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie zouden verband kunnen houden met een falend systeem dat hersens tegen stress moet beschermen. Als dat goed werkt, beschermt het de hersens tegen de afwijkende ‘Alzheimer-eiwitten’, als het niet werkt dan degenereren de hersens. “Dit is de eerste studie die een begin van een verklaring geeft, waarom sommige mensen vatbaarder zijn voor Alzheimer dan anderen”, zegt Li-Huei Tsai, directeur van het Picower-instituut voor leren en geheugen van het MIT die zelf niet aan het onderzoek heeft deelgenomen.
De onderzoekers waarschuwen er voor te vroeg hoera te roepen. REST heeft er mee te maken, maar het is nog volstrekt onduidelijk of REST een oorzaak of een gevolg is van de aftakeling van de hersens en ook of dat eiwit specifiek genoeg is om therapeutisch iets mee aan te kunnen vangen. In het veld wordt wel gesproken van het openen van nieuwe (onderzoeks)wegen.
REST is een eiwit dat bepaalde genen uitschakelt die betrokken zijn bij de rijping van foetale hersencellen tot functionele cellen. Als het kind wordt geboren verliest REST zijn functie in de hersens, maar is nog wel actief in de dikke darm (waar het kanker zou tegengaan). Yanker onderzocht hoe verschillende genen bij mensen veranderen als ze ouder worden. Hij was verbaasd dat hij vond dat REST de actiefste genregulator in de hersens is. “Waarom wordt een foetaal gen actief in een verouderend brein”, vroeg hij zich af. Hij veronderstelde dat dat, net als in de vrucht, te maken heeft met toenemende stress in de hersens.
REST blijkt genen uit te schakelen die de celdood bevorderen en beschermt zo neuronen die normaal verouderen. Bestudering van hersenmateriaal uit een hersenbank leerde de onderzoekers dat mensen tussen de 20 en 35 weinig REST in de hersens hebben, ouderen boven de 73 veel. Het niveau stijgt naarmate die ouderen ouder worden, zolang ze geen dementie ontwikkelen. Hersens van mensen met Alzheimer of andere vormen van dementie bevatten veel minder REST dan gezonde (maar nog steeds dode) hersens, tenminste als die ook daadwerkelijk de verschijnselen van dementie vertonen. Mensen met plaques en tau-knopen in de hersens, maar die niet de verschijnselen van dementie vertonen, hadden drie keer zo veel REST in hun ‘hoofd’ als Alzheimerpatiënten.
Ongeveer een derde van de mensen met de gevreesde ‘plaques’ in hun hersens, heeft niet de symptomen van dementie. Als de dementie verergert zakt het REST-peil, vooral in de belangrijke delen van de hersens zoals de voorhoofdkwab en de hippocampus. Delen van de hersens die niet aangetast worden door dementie laten die daling niet zien. Dat waren de resultaten van onderzoek in de hersenbank. REST schijnt nog niet in de hersens van levende mensen gemeten te kunnen worden. Overigens zijn er al onderzoekers die de resultaten van de MIT-studie wantrouwen, omdat het om dode hersens gaat. De onderzoekers zijn momenteel bezig met een studie naar de resten van REST in muizenhersens en hersens van andere proefdieren om hun studie van dode hersens te ondersteunen.
Bron: New York Times