Kooldioxidetoename was nog nooit zo snel als nu

IJs boren op de Zuidpool

IJsboren op de Zuidpool geeft je de geschiedenis van de aarde van de laatste 1,5 miljoen jaar (afb: KNMI)

Er zijn eerder in de geschiedenis van de aarde periodes geweest waarin de kooldioxideconcentratie in de atmosfeer steeg, maar de snelheid waarmee dat nu in het antropoceen gebeurt is ongeëvenaard. De snelheid is zes tot tien keer groter dan ooit eerder vertoond, stellen onderzoekers.
Een nieuwe meettechniek die ontwikkeld is aan de universiteit van Bern zou nieuwe inzichten hebben gegeven in de klimaatontwikkelingen in het verleden. CO2-concentraties in de atmosfeer in het verleden zouden daarmee nauwkeuriger kunnen worden gereconstrueerd dan tot nu toe. De gegevens komen van metingen aan een boorkern van ijs uit het Zuidpoolgebied. De onderzoekers bekeken de periode tussen 330 000 en 450 000 jaar geleden.

In 2008 konden onderzoekers van de universiteit van Bern al aantonen dat de CO2-concentraties de laatste 800 000 jaar voortdurend veel lager waren dan nu. Vervolgens zijn ze wat nauwkeuriger gaan kijken naar de periode tussen 330 000 en 450 000 jaar geleden. Hoeveel die concentratie in een eeuw groeide was tot nu toe onbekend. Nu blijkt dat die ‘oprispingen’ van kooldioxide in de atmosfeer nogal eens voorkwamen.
“Tot nu toe werd aangenomen dat het klimaat gedurende interglaciale periodes (periodes tussen de ijstijden; as) erg stabiel was, zonder abrupte veranderingen in de kooldioxideconcentratie”, zegt Christoph Nehrbass-Ahles, tegenwoordig werkzaam aan de universiteit van Cambridge. Die abrupte stijgingen waren altijd duidelijk als het smeltende ijs van Groenland en de Zuidpool de oceaanstromingen verstoorden. Gelijk met die stijging was ook een verandering te zien in de verandering van de stromingen in de Atlantische Oceaan.

Tien keer sneller

Het feit dat die sprongen in de kooldioxideconcentraties niet alleen te zien waren tijdens de ijstijden maar ook in twee interglaciale periodes verraste de onderzoekers. Nehrbass-Ahles: “We maten dat diverse malen in het ijs (van de boorkern; as) en kwamen steeds tot dezelfde conclusie.” Waarom die concentratie plotseling stijgt in interglaciale periodes konden de onderzoekers niet verklaren (nieuw onderzoek ligt op de loer). De concentratiesprongen in oudere interglaciale periodes vallen echter in het niet bij wat we nu zien gebeuren. Nehrbass-Ahles: “Die natuurlijke sprongen waren bijna tien keer trager dan de door de mens veroorzaakte stijging in de laatste tien jaar.”

De onderzoekers vergeleken de concentratiesprongen in het verleden met wat er nu aan de gang is. De grootste sprong in een eeuw die ze tegenkwamen in interglaciale periodes was 15 delen per miljoen (dpm). Daar hebben wij mensen maar zes jaar voor nodig. “Dat lijkt op het eerste gezicht niet significant”, zegt medeonderzoeker Thomas Stocker, “maar als we kijken naar de hoeveelheden die we nog mogen uitstoten om de doelstelling van 1,5°C nog te halen van het klimaatakkoord in Parijs, dan zijn dergelijke cijfers beslist relevant.” Kortom: we zijn op de heel verkeerde weg en het lijkt ons niks te kunnen schelen (het zweet van mijn voorhoofd vegend; as).

Bron: Science Daily

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.